Meer mensen maakten vorig jaar gebruik van maatwerkvoorzieningen binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), zoals huishoudelijke hulp en een scootmobiel. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebruikten in 2019 1,1 miljoen mensen een maatwerkvoorziening uit de Wmo, 5 procent meer dan een jaar eerder.

Ouderen moeten een eigen bijdrage betalen als ze gebruik willen maken van een maatwerkvoorziening. Tot 1 januari 2019 was de hoogte hiervan inkomensafhankelijk. Vanaf dat moment is een vast abonnementstarief van 17,50 euro per vier weken ingevoerd. Vooral mensen met hoge inkomens kwamen hierdoor goedkoper uit. Gemeenten vrezen dat zij meer gebruik zijn gaan maken van huishoudhulp en dat de kosten daardoor oplopen. Dat meldden EenVandaag en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) eerder dit jaar op basis van een enquête.

Het CBS ziet inderdaad dat mensen met middeninkomens en hoge inkomens meer gebruik zijn gaan maken van huishoudhulp. Vorig jaar maakten vijf op de duizend inwoners met hoge inkomens gebruik van huishoudelijke hulp, twee meer dan een jaar eerder. Bij de middeninkomens was een stijging te zien van 39 naar 47 cliënten per duizend inwoners. Ter vergelijking: 86 van de duizend mensen met lage inkomens maakten in 2019 gebruik van huishoudhulp.

De onderzoekers halen niet uit de cijfers hoezeer deze toenames te wijten zijn aan de veranderde eigen bijdrage. Mensen met hoge en middeninkomens zijn ook meer gebruik gaan maken van andere soorten maatwerkvoorzieningen, maar die toename is minder sterk.