In de maand augustus startten minder mensen een bedrijf in Nederland ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar, meldt de Kamer van Koophandel (KvK) in een rapport. Met name in de groothandel en de landbouw begonnen minder mensen een onderneming, onder andere door problemen veroorzaakt door de coronacrisis.

De groothandel springt eruit met 146 minder starters, een kwart minder ten opzichte van vorig jaar, becijferde de KvK. Vooral in de non-food consumentenartikelen startten flink minder mensen een bedrijf. Dat komt volgens het rapport door de productie- en leveringsproblemen veroorzaakt door de coronacrisis, zoals het tekort aan computerchips. Daardoor is het lastig om voorraden aan te leggen die groothandels nodig hebben.

Ook in de land- en tuinbouw startten minder bedrijven. Daar was sprake van een daling van 35 minder starters, een afname van 14 procent ten opzichte van vorig jaar. Dat zou kunnen komen door “grote onzekerheid rondom de toekomst van de agrarische sector in Nederland”, aldus het rapport.

De zomer is volgens de KvK altijd een minder drukke periode, maar ten opzichte van vorig jaar was er een lichte daling van het aantal starters. In de maanden juni en juli telde de KvK nog meer dan 20.000 starters. In augustus waren dat er in totaal 17.258.

Het lage aantal starters kan verklaard worden door de aantrekkende arbeidsmarkt. Er zijn veel vacatures en in bepaalde sectoren stijgen de lonen, waardoor in loondienst gaan aantrekkelijker wordt, aldus het rapport.

Ook het aantal mensen dat stopte met hun bedrijf was in augustus laag, en kwam uit op iets minder dan 8000 stoppers. In juni en juli lag dit aantal nog rond de 9000, ongeveer evenveel als dezelfde maanden vorig jaar. Het aantal faillissementen is nog altijd laag. Dat komt volgens het rapport door de coronasteunmaatregelen vanuit de overheid.