Bij een derde van de incidenten in en meldingen over de jeugdbescherming- en hulp speelt de voortdurende druk op de sector een rol, aldus de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op basis van een eigen analyse. “Ondanks de inzet van de jeugdbeschermers, betrokken professionals en het toezicht van de inspectie is de situatie in de jeugdbeschermingsketen onverminderd slecht”, stelt de inspectie, die het kabinet al eerder aansprak op de situatie.

Ze kan niet zeggen of de calamiteiten er mede door worden veroorzaakt of dat de problemen extra aan de oppervlakte komen bij een dergelijk voorval. Mensen die melding deden van kinderen die met letsel in het ziekenhuis belandden, suïcidepogingen, geweldsdelicten en overdoses, brachten die in verband met het niet of te laat beschikbaar zijn van hulp.

“De wacht- en doorstroomlijsten bij de jeugdbescherming zijn niet opgelost. In juni zijn er nog altijd rond de 1600 kinderen zonder vaste jeugdbeschermer”, zegt de organisatie nu. Zij signaleert niet alleen een gebrek aan passende hulp, maar ook overplaatsingen van jeugdigen en wisselingen van medewerkers plus onvoldoende deskundigheid.

“Kinderen met complexe hulpvragen worden van het kastje naar de muur gestuurd, of komen terecht in de JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg) omdat er geen alternatief is”, zegt de inspectie verder.

Ze deed onderzoek naar aanleiding van 135 meldingen van calamiteiten of geweldsincidenten in de eerste helft van dit jaar. Ook uit een analyse van 194 signalen die het Landelijk Meldpunt Zorg (LMZ) van ouders of betrokkenen kreeg, blijkt volgens de inspectie dat er veel te maken hebben met problemen in de jeugdbescherming zelf.