Gemeenten hebben de opdracht om binnen het sociaal domein ‘integrale hulp’ te bieden.¹ Dat betekent dat de hulpverlening voor een persoon of een gezin op elkaar wordt afgestemd. Heeft iemand op meerdere vlakken (vanuit verschillende wetten) ondersteuning nodig, dan is het uitgangspunt dat altijd één overkoepelend ondersteuningsplan gemaakt wordt. Ook wel de één gezin, één plan, één regisseur-aanpak genoemd. Een mooi uitgangspunt, maar op basis van de huidige wetgeving moeilijk uitvoerbaar. Een nieuwe wet moet voor een oplossing zorgen: de Wams. Gaat de Wams hiervoor zorgen?

Wat regelt de Wams?

De Wams is de Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein. Dit wetsvoorstel is op 30 januari 2023 (eindelijk) bij de Tweede Kamer ingediend. De Wams creëert een wettelijk kader waarmee het bieden van integrale hulp mogelijk wordt. Hieronder een korte bespreking van een aantal concrete wijzigingen.

Gecoördineerde aanpak bij meervoudige problematiek

Allereerst regelt de Wams dat het organiseren van een gecoördineerde integrale aanpak pas toegestaan is als sprake is van ‘meervoudige problematiek’. Wat is dan meervoudige problematiek? Via het eerdere concept-wetsvoorstel werd dit niet geheel duidelijk. Van meervoudige problematiek was namelijk geen definitie opgenomen. Niet handig voor de uitvoering. Gelukkig is in het ingediende wetsvoorstel wel een definitie opgenomen. Kort samengevat spreek je van meervoudige problematiek als er meerdere samenhangende problemen zijn op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp, schuldhulpverlening, de Participatiewet en eventuele ‘aanpalende domeinen’ (zoals onderwijs, geneeskundige zorg of beschermd wonen). Van belang is dus altijd om goed te beoordelen dat het niet gaat om losstaande problemen. Iemand heeft bijvoorbeeld een beperking en heeft daardoor zowel schuldhulp als maatschappelijke ondersteuning nodig. Alleen bij samenhang is het mogelijk om een gecoördineerde aanpak te starten.

Coördinator

Om een en ander in goede banen te leiden verplicht de Wams gemeenten om een coördinator aan te wijzen. Ook schrijft de Wams voor wat de coördinator precies moet doen. De coördinator moet in ieder geval zorgen voor ‘regie’ tijdens de aanpak van meervoudige problematiek. Dat houdt in dat hij zorgt voor afstemming tussen de cliënt (of het gezin) en alle andere betrokken partijen. Over de verplichte coördinator heeft de Raad van State zich kritisch uitgelaten. Door in de wet vast te leggen dat een coördinator verplicht is en wat deze moet doen, wordt namelijk ingevuld op welke wijze de gemeente een gecoördineerde aanpak moet vormgeven. De Raad van State acht dat niet in lijn met de gedachte achter decentralisaties.

Domeinoverstijgende gegevensuitwisseling

Verder is de meest in het oog springende wijziging natuurlijk de wettelijke mogelijkheid om ‘domeinoverstijgend’ gegevens uit te wisselen. Nu is het nog zo dat alleen op basis van toestemming gegevens uitgewisseld kunnen worden tussen de verschillende wetten. Wil een jeugdconsulent dus informatie opvragen bij zijn Wmo-collega, dan kan dat alleen als de betrokkene daarvoor toestemming geeft. Volgens de Autoriteit Persoonsgegevens is deze basis voor gegevensuitwisseling binnen het sociaal domein niet rechtsgeldig.2 Het is dus broodnodig dat de mogelijkheid om gegevens uit te wisselen via een wet wordt vastgelegd. Want zonder gegevensuitwisseling is een integrale aanpak uiteraard niet mogelijk.

Dat de Wams voorziet in een mogelijkheid om domeinoverstijgend gegevens uit te wisselen is in ieder geval al winst

Wams is een welkome wijziging

Het is duidelijk dat binnen het sociaal domein behoefte bestaat aan een juridische mogelijkheid om domeinoverstijgend gegevens uit te wisselen. Dat de Wams daarin voorziet is naar mijn mening dus in ieder geval al winst. De kritiek van de Raad van State dat de Wams ook regelt op welke wijze de gegevensuitwisseling eruit moet zien, kan ik wel volgen. Het is inderdaad niet helemaal in lijn met de gedachten achter de decentralisaties om ‘van bovenaf’ te bepalen op welke wijze gemeenten integrale hulpverlening moeten vormgeven. Maar naar mijn idee ontkom je er niet aan om een wettelijk kader te creëren. Daarmee verklein je namelijk het risico dat de integrale aanpak en bijbehorende gegevensuitwisseling onzorgvuldig gebeurt. Of dit kader te belemmerend gaat werken zal de praktijk moeten uitwijzen.

Vervolg

Het is nog niet bekend wanneer het voorstel precies door de Tweede Kamer behandeld wordt. De verwachting is in ieder geval dat de wet – als het hele proces verder spoedig verloopt – ingaat op 1 januari 2024.

 

Wilt u als gemeente op de hoogte blijven van de behandeling van het wetsvoorstel? Neem dan een abonnement op onze kennisbank.

 

 

1 Zie bijvoorbeeld artikel 2.1.2 lid 4 sub a en b Wmo 2015, artikel 2.1 sub f Jeugdwet en artikel 9 lid 1 Wet SUWI.

2 Zie daarover ook een eerdere opinie.