Trouwen, huwelijk, echtgenoten. Termen die we allemaal kennen en gebruiken. Maar gebruiken we het allemaal met dezelfde betekenis? En welke verschillen zijn er tussen een huwelijk in Nederland en een huwelijk in het buitenland? Het verschil zit hem dan vooral tussen een religieus huwelijk en een burgerlijk huwelijk. En wat betekent dit nu voor de Participatiewet?

Een huwelijk voor de burgerlijke stand

Het huwelijk kent enkele wettelijke vereisten. De wet in Nederland erkent alleen een burgerlijk huwelijk. Een ambtenaar van de burgerlijke stand moet het huwelijk voltrekken. Zo worden de rechten en plichten van het huwelijk beschermd onder de wet.

In sommige landen is het mogelijk om te trouwen zonder een burgerlijk huwelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan Egypte, Marokko en Syrië. Daarentegen is het in Nederland zelfs zo dat je eerst voor de burgerlijke stand moet zijn getrouwd. Daarna mag pas de godsdienstige plechtigheid plaatsvinden.

Het huwelijk in Nederland is vastgelegd in Afdeling 5 van Boek 1 Burgerlijk Wetboek. Dat het burgerlijk huwelijk moet plaatsvinden voor een godsdienstige plechtigheid is te vinden in artikel 1:68 BW.

Een religieus huwelijk

Een religieus huwelijk is een huwelijk dat wordt voltrokken volgens de tradities en rituelen van een bepaalde religie of geloofsovertuiging. In sommige landen kan een religieus huwelijk voldoende zijn om als getrouwd te worden beschouwd.

Is het huwelijk in het buitenland rechtsgeldig? Dan wordt dat door Nederland erkend.

Daarentegen is het in Nederland zelfs zo dat je eerst voor de burgerlijke stand moet zijn getrouwd.

Een buitenlands huwelijk

Huwelijken in het buitenland kunnen dus naar religieuze gebruiken worden gesloten. Niet alle landen verplichten dat een huwelijk voor de burgerlijke stand moet zijn voltrokken. Het kan dus voorkomen dat een in Somalië gesloten Islamitisch huwelijk in Nederland kan worden erkend omdat de Somalische wetgeving daar ruimte voor biedt.

Erkenning van een buitenlands huwelijk gebeurt op grond van het Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken. Dit kan op 2 manieren:

  1. het voltrokken huwelijk is rechtsgeldig in het land van de huwelijksvoltrekking, of
  2. het huwelijk is daarna rechtsgeldig geworden.

Dit staat in artikel 10:31 BW.

Voldoet een huwelijk aan de voorwaarden voor erkenning zoals omschreven in het BW? Dan moet dit ook als huwelijk worden gezien voor de Participatiewet.

Stel datzelfde Somalische stel woont in Nederland. Laten we hen Yani en Ava noemen. Zij sluiten hun huwelijk op dezelfde manier, maar dan in Nederland. Hun huwelijk wordt nu niet in Nederland erkend. Omdat niet aan de wettelijke vereisten is voldaan.

Een huwelijk in de Participatiewet

De Participatiewet geeft geen precieze definitie voor huwelijk. Ze verwijst wel vaker naar het begrip. Zie artikel 3 en 4 lid 1 onder c Participatiewet. Het is voor de uitvoering heel belangrijk om te weten of belanghebbenden gehuwd zijn of niet. Ben je gehuwd of daarmee gelijkgesteld? Dan ontvang je de gehuwdennorm. Het recht op bijstand komt jullie beide dan toe.

Als je gehuwd bent zoals hierboven uitgelegd, staat de gehuwdennorm vast. Soms voelt een koppel zich gehuwd. Zij hebben een religieuze ceremonie gehad die voor hen grote betekenis had. Maar geen wettelijk huwelijk. Voor Nederland voldoen zij dan niet aan het begrip gehuwden. Het college moet dan onderzoeken of zij wel gelijkgesteld kunnen worden aan gehuwden.

Een huwelijk in de vorm van een gezamenlijke huishouding

Het college stelt dan een onderzoek in naar gezamenlijke huishouding. Hiervan is sprake als 2 personen hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning en zij zorgdragen voor elkaar. Dit kan financieel zijn of “anderszins”. Dat wil zeggen door bijvoorbeeld een verdeling te maken in huishoudelijke taken.

Voor de Participatiewet is het heel belangrijk om de leefvorm op een juiste manier vast te stellen. Artikel 3 lid 4 Participatiewet kent namelijk zogenoemde onweerlegbare rechtsvermoedens. Dat wil in dit geval zeggen: als een bepaalde situatie zich voordoet, dan is onweerlegbaar sprake van een gezamenlijke huishouding. Daar is niks tegenin te brengen. Zie onderstaand voorbeeld:

Yani en Ava hebben tot en met november 2022 bijstand ontvangen. Hun huwelijk is, zoals we hierboven zagen, niet door Nederland erkend. Wel was sprake van een gezamenlijke huishouding, dus een gelijkstelling aan gehuwden. In 2023 doen zij opnieuw een bijstandsaanvraag.

Artikel 3 lid 4 onderdeel a Participatiewet geeft het volgende aan. Er is sprake van een gezamenlijke huishouding als belanghebbende in de periode van 2 jaar voorafgaande aan de aanvraag van bijstand voor de verlening van bijstand als gehuwden zijn aangemerkt. Dit is bij Yani en Ava het geval.

De kracht van het huwelijk

Voor de Participatiewet is het belangrijk om de leefvorm vast te stellen. En ook om deze op de juiste manier vast te stellen, omdat dit gevolgen kan hebben op latere bijstandsaanvragen. Het vaststellen of een huwelijk door Nederland erkend is, zal in de meeste gevallen geen problemen opleveren. En als het vragen oproept, weet je nu waar je op moet letten.

 

Meer weten?

Wilt u als gemeente op de hoogte blijven van alle actuele ontwikkelingen op het gebied van de Participatiewet? Neem dan een abonnement op onze Kennisbank Schulinck Participatiewet.  Of volg één van onze Opleidingen Participatiewet.