Het Wetsvoorstel hersteloperaties toeslagen is aanhangig bij de Tweede kamer. Het advies is om de inwerkingtreding van de wet niet af te wachten en op de grondslag van een collegebesluit alvast aan de slag te gaan met het kwijtschelden van de schulden van gedupeerden en toeslagpartners.

Op 24 juni 2022 heeft staatssecretaris Aukje de Vries van Financiën (Toeslagen en Douane) het Wetsvoorstel hersteloperaties toeslagen ingediend bij de Tweede kamer. Dit wetsvoorstel regelt de vergoedingen, de ondersteuning en de kwijtschelding van schulden voor de burgers die bekneld zijn geraakt in de kinderopvangtoeslagaffaire. In het wetsvoorstel is onder meer de bestaande Catshuisregeling opgenomen. Die zorgt ervoor dat gedupeerden een compensatiebedrag krijgen van € 30.000. Ook wordt hulp geboden bij de aanpak van hun schulden. Daarnaast is het kwijtschelden van publieke schulden van gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire opgenomen.

In deze opinie richt ik mijn vizier op de kwijtschelding van publieke schulden die betrekking hebben op de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ. Ik ga hieronder in op de voorwaarden voor kwijtschelding, op welke wijze de gemeente de kwijtschelding moet aanpakken en wanneer de gemeente met deze hersteloperatie kan starten.

Voorwaarden voor kwijtschelding van publieke schulden door de gemeente

De voorwaarden voor kwijtschelding van schulden op het gebied van de Participatiewet (inclusief Bbz 2004 en Tozo), IOAW en IOAZ staan in artikel 3.8 van het wetsvoorstel.

De schulden moeten betrekking hebben op de periode tot en met 31 december 2020  en op deze datum nog open staan

In de eerste plaats scheldt de gemeente alleen die schulden kwijt als die op 31 december 2020 al bestonden. Waarom deze datum? Omdat tijdens het Catshuisberaad eind december 2020 het politieke besluit over het kwijtschelden van publieke schulden is genomen en bekend gemaakt. Hierdoor kan een gedupeerde niet in de verleiding komen na deze datum onnodige schulden te maken, wetende dat die schulden toch worden kwijtgescholden.

Kwijtschelding is ook mogelijk als de schuld pas ná 31 december 2020 is vastgesteld, maar betrekking heeft op de periode tot en met 31 december 2020. Vorderingen die materieel betrekking hebben op de periode ná 31 december 2020 komen dus niet voor kwijtschelding in aanmerking. Schulden die op 31 december 2020 al waren afbetaald tellen evenmin mee.

De kwijtschelding geldt ook voor de bedragen waarmee die schulden zijn verhoogd, zoals wettelijke rente, incassokosten en de verhoging vanwege bruteren

Kwijtschelding is inclusief verhogingen

De kwijtschelding geldt ook voor de bedragen waarmee die schulden zijn verhoogd. Daarbij moet worden gedacht aan wettelijke rente, incassokosten en de verhoging als gevolg van het terugvorderen van een brutobedrag (artikel 58 lid 5 Participatiewet).

Terugbetaling aflossing of verrekening ná 31 december 2020

Als de op 31 december 2020 bestaande schuld aan de gemeente ná deze datum is afgelost en de schuld daardoor is verminderd wordt het bedrag van de aflossing terugbetaald. Hetzelfde geldt als de schuld na deze datum is verrekend met de lopende uitkering. Terugbetaling zal niet zo vaak voorkomen. De gemeente zal de inning van de schuld mogelijk al op pauze hebben gezet. Voor de gedupeerden die het compensatiebedrag van € 30.000 hebben ontvangen geldt bovendien een moratorium (afkoelingsperiode) van een jaar (artikel 2.20 in verband met artikel 2.7 van het wetsvoorstel).

Uitzonderingen op de kwijtscheldingsplicht

Als de gedupeerde ouder of toeslagpartner de hoedanigheid van werkgever heeft dan wordt diens schuld niet kwijtgescholden of terugbetaald. Een dergelijke schuld kan bijvoorbeeld in verband staan met loonkostensubsidie (artikel 10d Participatiewet).

Ook schulden die ontstaan zijn door het opzettelijk of door grove schuld niet nakomen van de inlichtingenplicht zijn uitgezonderd van kwijtschelding of terugbetaling. Dat geldt voor zowel de schuld als gevolg van de terugvordering (het benadelingsbedrag) als voor de bestuurlijke boete. Hetzelfde geldt als de schuld is ontstaan door misbruik van sociale zekerheid of frauduleus of anderszins wederrechtelijk handelen of nalaten. Dit naar het oordeel van het college.

Bijzonder regime voor bedrijfskapitaal op grond van Bbz 2004 en Tozo

Op grond van het Bbz 2004 en de Tozo kan bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal worden verstrekt aan zelfstandigen in de vorm van een rentedragende lening.

De kwijtschelding ziet in de eerste plaats op achterstallige betalingen op grond van het Bbz 2004 die op 31 december 2020 nog open staan. Is na deze datum hierop afgelost? Dan volgt terugbetaling van het afgeloste bedrag. De regeling voor achterstallige betalingen heeft geen betrekking op leningen op grond van de Tozo. In de Tozo geldt namelijk dat pas vanaf 1 juli 2022 hoeft te worden terugbetaald.

De kwijtschelding geldt ook voor de hoofdsom. Onder de voorwaarde dat deze vóór 1 januari 2021 door het college is teruggevorderd op grond van artikel 58 lid 2 onderdeel b Participatiewet (niet nakomen van de uit de geldlening voortvloeiende verplichtingen). De hoogte van de kwijtschelding mag de grens van de staatssteun niet overschrijden (€ 200.000,- over een periode van 3 jaar).

Kwijtschelding is op initiatief van het college

Het college scheldt de schulden ambtshalve kwijt. De gedupeerde ouder of toeslagpartner hoeft dus geen aanvraag in te dienen. Het college ontvangt via het Gegevensportaal van de uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) de persoonsgegevens van de betrokkenen voor wie kwijtschelding kan worden verleend. Het college bepaalt dus niet zelf wie tot de doelgroep behoort.

College kan anticiperen op de wetswijziging

Het is van belang zo snel mogelijk te beginnen met de kwijtschelding van schulden van de gedupeerden en de toeslagpartners. Het college hoeft de inwerkingtreding van de Wet hersteloperatie toeslagen niet af te wachten. Het college kan een besluit nemen waarmee wordt geanticipeerd op de wetgeving. Dit besluit dient dan als grondslag voor de kwijtschelding in individuele gevallen. Het advies is om de gedupeerde ouders die in een Wsnp- of Msnp-traject zitten voorrang te geven zodat voor deze ouders de schuldentrajecten snel kunnen worden beëindigd.

 

Altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws in het sociaal domein? Dat kan met een abonnement op onze online kennisbank Schulinck schuldhulpverleningParticipatiewetWmoJeugd of Inburgering