De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) publiceerde onlangs het rapport Pleegkinderen uit beeld – Risico’s voor pleegkinderen en pleeggezinnen, ondanks toewijding van begeleiders (september 2025). Daarin concludeert de IGJ dat risico’s voor pleegkinderen en pleeggezinnen voortkomen uit onvoldoende zicht op de veiligheid en onvoldoende samenwerking tussen professionals rondom een pleeggezin (p. 4 en 6).

De IGJ benoemt vervolgens wat nodig is om deze risico’s weg te nemen. Hier is ook een rol voor gemeenten weggelegd. Gemeenten hebben een wettelijke taak bij pleegzorg en door uitvoering hiervan kunnen zij de risico’s voor pleegkinderen verminderen.

In deze opinie ga ik hier nader op in. Wat is de taakstelling van een gemeente bij de ondersteuning van pleeggezinnen en pleegkinderen? En hoe kan een gemeente een pleeggezin nu écht ondersteunen?

Pleegzorg is verankerd in het IVRK en de Jeugdwet

De Nederlandse Staat is verplicht bijzondere bescherming en bijstand te bieden aan kinderen die niet binnen hun eigen gezin kunnen wonen. Dit is vastgelegd in artikel 20 van het Verdrag inzake de rechten van het kind (IVRK) en vervolgens verankerd in nationale wetgeving. In de Jeugdwet is namelijk opgenomen dat de gemeente ervoor moet zorgen dat de jeugdige bij een uithuisplaatsing bij een pleegouder of in een gezinshuis wordt geplaatst. Tenzij dit echt niet kan of niet goed is voor de jeugdige (artikel 2.3 lid 6 Jeugdwet).

In de praktijk is natuurlijk ook het aantal beschikbare pleeggezinnen van groot belang bij de mogelijkheid om kinderen te kunnen plaatsen. Het is algemeen bekend dat er te weinig pleeggezinnen zijn en het aantal kinderen op de wachtlijst groeit.

Gemeenten ook verantwoordelijk voor voldoende pleeggezinnen

Hier is al meteen een belangrijke taak voor gemeenten weggelegd. Gemeenten moeten zorgen voor een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdhulp. Dit is geregeld in artikel 2.6 lid 1 onderdeel a Jeugdwet. Daarmee zijn gemeenten ook verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van pleeggezinnen. Werving van nieuwe pleeggezinnen hoort bij deze gemeentelijke taak. Op dit punt kunnen gemeenten hun rol pakken door bijvoorbeeld samen met pleegzorgorganisaties (nog) meer aandacht te vragen voor het belang van pleeggezinnen.

Overleg met collega-gemeenten om de goede voorbeelden voor financiering van pleegzorg op grond van de Jeugdwet te verspreiden.

Financiering en begeleiding

Pleegouders ontvangen een pleegvergoeding en krijgen begeleiding van de pleegzorgaanbieder, maar hebben daarnaast geen recht op aanvullende begeleiding of opvoedondersteuning direct vanuit de Jeugdwet. Pleegouders zijn namelijk geen ouders in de zin van artikel 1.1 Jeugdwet.

Voor wat betreft de inzet van begeleiding door pleegzorgaanbieders wordt er vaak gewerkt met standaardtarieven, zo blijkt uit het rapport van de IGJ. Dit betekent dat als een pleegzorgaanbieder tijdelijk méér begeleiding moet bieden aan het pleeggezin of aan de pleegouders dit niet direct kan. Er moet eerst een toewijzing van het verzoek door de gemeente volgen. Dan is het lastig om snel in te spelen op bijvoorbeeld een ingrijpende gebeurtenis in het pleeggezin of bij een toenemende zorgvraag van het pleegkind.

De IGJ adviseert gemeenten om risico’s voor pleegkinderen te beperken door een flexibelere inzet van begeleiding mogelijk te maken. Zij roept gemeenten op om te werken met tarieven die zijn vastgesteld in de Handreiking Tarifering en Inkoop Pleegzorg, flexibele inzet van begeleiding én om te kijken naar goede voorbeelden van financieren van pleegzorg bij collega-gemeenten.

Hier wil ik het belang van duidelijkheid en overeenstemming tussen gemeenten en pleegzorgaanbieders aan toevoegen. Bij welke extra kosten of extra inzet ziet de gemeente de noodzaak voor inzet van extra begeleiding? En wanneer juist niet. Laat dit van tevoren duidelijk zijn zodat in ieder geval de noodzakelijke snelle inzet van begeleiding niet in gevaar komt of pleeggezinnen in onzekerheid af moeten wachten. Het maken van goede afspraken vooraf voorkomt ook ad hoc overleggen per individueel geval.

Let op: tekst loopt door onder afbeelding.

Schulinck Jeugd

Deze online kennisbank biedt essentiële praktijkinformatie die u eenvoudig combineert met het beleid van uw gemeente.

Regionaal samenwerkingsverband: samenwerking versterken

Door een goede samenwerking verbetert de kwaliteit en de continuïteit van de pleegzorg. Onvoldoende samenwerking tussen de betrokken partijen rondom een pleeggezin kan leiden tot het ontstaan van risico’s voor de veiligheid en een gezonde ontwikkeling van pleegkinderen, zo concludeert de IGJ (p. 4).

Pleegzorg is bij uitstek een taak die niet binnen de gemeentegrenzen moet blijven, maar waarbij regionale samenwerking een meerwaarde heeft. Hier is een belangrijke rol voor de gemeente weggelegd. Laat samenwerking niet vrijblijvend zijn, maar neem de leidersrol en investeer in gezamenlijke aanpakken.

Voorkom dat pleegouders tussen wal en schip vallen

En dan eindig ik met waar de IGJ mee begint. Het wonen in een pleeggezin gaat voor de meeste pleegkinderen en pleeggezinnen goed. Er is grote waardering voor pleegzorgbegeleiders en de deskundigheid en enorme toewijding waarmee zij begeleiding bieden (p. 3). Maar er is méér nodig, en mogelijk! Gemeente, voorkom dat pleegouders tussen wal en schip vallen, en ga na hoe er regionaal geïnvesteerd wordt in:

  • Actief werven van pleeggezinnen,
  • Zorgen voor voldoende en flexibel in te zetten begeleiding,
  • Regionale samenwerkingen om risico’s te verminderen,
  • En durf te investeren in hogere tarieven waar dat nodig is!