Kunt u als gemeente voorzieningen die zijn verstrekt op grond van de Wmo terugvorderen? Ja, dat kan, maar er zijn wel wat mitsen en maren aan verbonden. In tegenstelling tot andere socialezekerheidswetten zoals de WWB, WW en AOW kent de Wmo geen eigen regels inzake terugvordering.

Ook bepaalt de Wmo niet, zoals bijvoorbeeld de WVG wel doet, dat de verordening regels moet bevatten over terugvordering. Maar volgens de CRvB biedt een terugvorderingsbepaling in de Wmo-verordening voldoende grondslag om tot terugvorderen over te gaan (CRvB 11-04-2012, nr. 11/4355 Wmo). Dit betekent voor u als gemeente wel dat uw Wmo-verordening een bepaling over intrekking en terugvordering moet bevatten om een voorziening succesvol terug te kunnen vorderen.

Verstrekkingsvorm bepaalt wat kan worden teruggevorderd

Wat precies kan worden teruggevorderd hangt af van de verstrekkingsvorm van de voorziening. Een voorziening kan in natura, in de vorm van een persoonsgebonden budget of in de vorm van een financiële tegemoetkoming worden verstrekt. Kan hulp bij het huishouden worden teruggevorderd als die in natura is verstrekt? En hoe zit dat met een badlift die in eigendom is verstrekt? Deze vragen zal ik hieronder beantwoorden.

Terugvordering van alle verstrekkingsvormen regelen

In het beleid van gemeenten kom ik vaak terugvorderingsbepalingen tegen waarin alleen het persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming wordt genoemd. In dat geval kan een voorziening in natura niet rechtsgeldig worden teruggevorderd (Rechtbank Gelderland 16-07-2013, nr. AWB 12/5147). Er bestaat dan immers geen wettelijke grondslag. Dat is, in tijden van bezuinigingen en kortingen op het budget, een gemiste kans. U als gemeente doet er dan ook goed aan om de mogelijkheid tot terugvordering expliciet voor alle verstrekkingsvormen in de Wmo-verordening te regelen.

Waarde toekennen aan voorziening in natura

Naar mijn mening is het in beginsel dus wel mogelijk om een voorziening in natura terug te vorderen van een belanghebbende. In gevallen van bruikleen kan de voorziening zelf worden opgehaald. Als het een dienst betreft (zoals hulp bij het huishouden) wordt het iets moeilijker. In dat geval zal aan de voorziening in natura een waarde moeten worden toegekend. Voor hulp bij het huishouden is die waarde goed te berekenen door het aantal uren ten onrechte genoten huishoudelijke hulp te vermenigvuldigen met de uurprijs.

Voorziening in eigendom

Voor voorzieningen die in eigendom zijn verstrekt, ligt het weer anders. Aangezien de voorziening eigendom is van belanghebbende, kan deze niet zomaar worden opgehaald. Natuurlijk kan altijd worden geprobeerd om een praktische oplossing te vinden door met belanghebbende, of diens erfgenamen, in gesprek te gaan. Misschien dat het geen probleem blijkt om de voorziening in te nemen. Ik kan me anderzijds ook goed voorstellen dat een gemeente niet zit te wachten op een depot vol gebruikte badliften, douchestoelen, enz. Er kan daarom, naar mijn mening, ook een geldwaarde worden bepaald. Deze geldwaarde kan worden berekend door de aanschafwaarde te bepalen en de afschrijvingsduur vast te stellen. Zo kan op ieder gewenst moment de waarde van de voorziening worden bepaald (Zie voor een uitgebreide beschouwing over terugvordering ook het artikel “Terecht of onterecht? Over de Wmo, intrekking, terugvordering en legaliteit”  (Gemeentestem 2012/114).).

Verankeren in verordening

Nog even terugkomend op de verordeningsbepaling wil ik u voor de volledigheid nog meegeven dat het niet voldoende is om enkel te regelen dat een voorziening in natura onder bepaalde voorwaarden kan worden teruggevorderd. Ook het feit dat een voorziening in natura in geld wordt gewaardeerd en de manier waarop dat gebeurt, moet in de Wmo-verordening worden verankerd. Pas dan kan in voorkomende gevallen rechtsgeldig worden teruggevorderd.

Wmo 2015

In het wetsvoorstel Wmo 2015 is intrekking, herziening, terugvordering en verhaal wel verankerd. Met betrekking tot terugvordering wordt in artikel 2.4.1 Wmo 2015 geregeld dat de geldswaarde van een maatwerkvoorziening kan worden teruggevorderd. Daarmee zijn echter niet alle terugvorderingsperikelen opgelost. Zie hiervoor het document Knelpunten Wmo 2015′.