Vanaf 1 januari 2015 wordt het huidige artikel 36 WWB gewijzigd door de Wet maatregelen WWB. Dit betekent dat de langdurigheidstoeslag wordt vervangen door de individuele inkomenstoeslag. De wetgever licht deze wijziging niet heel uitgebreid toe, terwijl er toch veel gaat veranderen, ook voor u als gemeente.

Op grond van het huidige artikel 36 WWB kent het college op aanvraag een langdurigheidtoeslag toe als de aanvrager:

  • een langdurig laag inkomen heeft; en
  • geen in aanmerking te nemen vermogen heeft; en
  • geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.
Voorwaarden individuele inkomenstoeslag

Na wijziging van artikel 36 WWB kan het college op verzoek een individuele inkomenstoeslag toekennen als de aanvrager:

  • een langdurig laag inkomen heeft; en
  • geen in aanmerking te nemen vermogen heeft; en
  • gelet op zijn omstandigheden geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

Of de aanvrager geen uitzicht heeft op inkomensverbetering beoordeelt het college aan de hand van de individuele omstandigheden van het geval. Hierbij moet het college in ieder geval de krachten en bekwaamheden van de aanvrager betrekken en de inspanningen die de aanvrager heeft verricht om tot inkomensverbetering te komen.

Discretionaire bevoegdheid

Vanaf 1 januari 2015 wordt het toekennen van een individuele inkomenstoeslag een bevoegdheid. Dit is het gevolg van het woordje ‘kan’ in artikel 36 lid 1 Participatiewet. Dit betekent dat het college kan afzien van het toekennen van een individuele inkomenstoeslag, ook al voldoet de aanvrager wel aan de voorwaarden voor de toeslag.

De gemeente heeft niet de mogelijkheid om in beleid te bepalen dat nooit een individuele inkomenstoeslag wordt verstrekt. Dit blijkt uit de nadere regels die in de verordening moeten worden opgenomen met betrekking tot het verstrekken van individuele inkomenstoeslag. De gemeente kan wel besluiten om de wettelijke doelgroep in te perken door bijvoorbeeld een bepaalde groep (studenten) uit te sluiten.

Op verzoek van de aanvrager

In artikel 36 lid 1 Participatiewet is bepaald dat een individuele inkomenstoeslag ‘op verzoek van de aanvrager’ wordt verstrekt. Op dit moment wordt de langdurigheidstoeslag ‘op aanvraag’ verstrekt. Of de regering hiermee een inhoudelijke wijziging beoogt, is niet duidelijk. Deze wijziging wordt namelijk niet nader toegelicht in de parlementaire stukken. Het is dan ook de vraag of een verzoek zoals bedoeld in artikel 36 lid 1 Participatiewet, een aanvraag is in de zin van artikel 1:3 lid 3 Awb. De term ‘verzoek’ wordt niet nader toegelicht in de Awb. Wel wordt het begrip ‘aanvraag’ gedefinieerd: ‘een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen’ (artikel 1:3 lid 3 Awb). Een aanvraag moet in beginsel schriftelijk worden ingediend (artikel 4:1 Awb). Om procedures over niet schriftelijk ingediende verzoeken te voorkomen, raad ik u aan om in de verordening individuele inkomenstoeslag aandacht te besteden aan dit punt.

Inkomensgrens 110% vervalt

Het huidige artikel 36 lid 5 WWB (‘Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder laag inkomen niet verstaan in aanmerking te nemen inkomen hoger dan 110 procent van de op de desbetreffende alleenstaande of gezin van toepassing zijnde bijstandsnorm.’) komt niet terug in artikel 36 Participatiewet. De gemeenteraad mag dan ook in de verordening een inkomensgrens bepalen die hoger is dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Wel moet sprake zijn van inkomen dat redelijkerwijs als laag kan worden gezien.

Instrumenten voor gemeenten

Kluwer Schulinck heeft samen met de VNG een modelverordening over de individuele inkomenstoeslag en een Handreiking Wet Maatregelen WWB ontwikkeld. Ook heeft Kluwer Schulinck een wettekst van de Participatiewet zoals die per 1 januari 2015 zal gaan luiden, gemaakt. De modelverordening, de handreiking en de wettekst zijn opgenomen in Schulinck Participatiewet.