Jeugdhulp kent veel varianten en vormen. Een daarvan is de persoonlijke verzorging van kinderen.  Daaronder valt bijvoorbeeld het helpen van een kind met een lichamelijke beperking om uit bed te komen en het toedienen van sondevoeding. Vanaf 1 januari 2018 wordt persoonlijke verzorging vanuit de Jeugdwet deels overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). 

Op dit moment valt persoonlijke verzorging onder de Jeugdwet. Hierop bestaan 2 uitzonderingen:

  1. als de jeugdige een indicatie heeft op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz); dan wordt de verzorging ook door de Wlz bekostigd
  2. als sprake is van intensieve kindzorg (IKZ); in dat geval wordt de verzorging betaald vanuit de Zvw.

Als het gaat om kinderen met een intensieve zorgvraag wordt door de huidige wettelijke regels in de praktijk een aantal knelpunten ervaren. Voor kinderen met een intensieve zorgvraag geldt namelijk dat als niet aan het IKZ-criterium wordt voldaan, zij verpleging vanuit de Zvw krijgen en verzorging uit de Jeugdwet. Zorg uit de Zvw wordt vaak bij andere aanbieders ingekocht dan de zorg uit de Jeugdwet. Dat is verwarrend voor jeugdigen en ouders. Daarnaast geven kinderverpleegkundigen aan dat het door de verschillende wettelijke kaders moeilijk is om echt maatwerk te kunnen leveren en zorg goed af te stemmen op de zorgvraag.

Wat verandert er concreet?

Daarom is besloten dat vanaf 2018 alle verzorging die samenhangt met de geneeskundige zorg of een hoog risico daarop, onder de Zvw valt. Als de verzorging gericht is op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (denk aan hulp bij wassen, aan- en uitkleden etc.), dan blijft die zorg onder de Jeugdwet vallen. Met deze afbakening wordt aangesloten bij de afbakening van persoonlijke verzorging voor volwassenen tussen de Zvw en de Wmo 2015.

Verzorging van kinderen valt vanaf 2018 dus onder de Zvw als de verzorging noodzakelijk is door een gezondheidsprobleem of de gezondheid wordt bedreigd. Denk bijvoorbeeld aan een jeugdige met een stoma. Een kinderverpleegkundige kan deze jeugdige leren om de stoma zelf te verzorgen. De hulp van de kinderverpleegkundige valt vanaf 2018 dus onder de Zvw, omdat dit samenhangt met geneeskundige zorg.

De verzorging van kinderen die nodig is zonder dat dit verband houdt met geneeskundige zorg blijft onder de verantwoordelijkheid van gemeenten op grond van de Jeugdwet. Het gaat dan vaak om verzorging van kinderen met een ontwikkelingsachterstand, verstandelijke of meervoudige beperking en/of gedragsproblematiek. Denk bijvoorbeeld aan een kind met autisme dat hulp nodig heeft bij het aanleren van tandenpoetsen en aankleden.

De kinderverpleegkundige beoordeelt of verzorging in een specifieke situatie ‘verband houdt met een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop’ en dus onder de Zvw of Jeugdwet valt.

Het is overigens denkbaar dat een kind zowel vanuit de Jeugdwet als vanuit de Zvw verzorging ontvangt. Dat zou bijvoorbeeld het geval kunnen zijn als een kind met een ontwikkelingsachterstand vanuit de Jeugdwet verzorging ontvangt omdat hij niet in staat is verzorgende taken zelfstandig uit te voeren en na een operatie in het ziekenhuis ook tijdelijk wondverzorging nodig heeft. Deze wondverzorging valt dan onder de Zvw.

De gemeente is vanaf 2018 nog maar deels verantwoordelijk voor persoonlijke verzorging van kinderen

Hoe zit het met IKZ?

Het IKZ-criterium komt door deze nieuwe afbakening te vervallen. Dit betekent echter niet dat er in de praktijk iets gaat veranderen. Als een kind in de huidige situatie onder het IKZ-criterium valt dan is zijn of haar situatie zo ernstig dat de verzorging logischerwijs verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop. De verzorging valt daarom nu al onder de Zvw en dat verandert in 2018 niet.

Overgangsrecht

Omdat gemeenten hebben aangeven dat zij niet voor 2018 de volledige doelgroep die naar de Zvw overgaat in kaart kunnen brengen is in het bestuurlijk overleg van 28 augustus 2017 overgangsrecht afgesproken. Het overgangsrecht houdt in dat gemeenten de huidige beschikkingen tot uiterlijk 1 januari 2019 kunnen laten doorlopen. Gemeenten kunnen er echter ook voor kiezen om mensen al eerder te benaderen om over te stappen op een Zvw-indicatie. Ouders en kinderen kunnen vanaf januari 2018 ook meteen zelf vragen om een Zvw-indicatie. Voor het overgangsrecht is geen extra budget beschikbaar.