Een bijstandsgerechtigde uit uw gemeente die aanklopt bij uw afdeling schuldhulpverlening krijgt niet alleen te maken met verplichtingen uit de Wet werk en bijstand (WWB), maar ook uit de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Die samenloop is op zich al lastig, maar hoe voorkomt u als gemeente dat er haakse verplichtingen worden opgelegd?

In de WWB zijn een aantal verplichtingen concreet benoemd. Zoals de identificatieplicht, arbeidsplicht, inlichtingenplicht, budgetteringsplicht en de medewerkingsplicht. Daarnaast kunnen op grond van artikel 55 WWB verplichtingen worden opgelegd die strekken tot arbeidsinschakeling of verplichtingen die ertoe leiden dat er minder of geen behoefte meer bestaat aan bijstand. Denk bijvoorbeeld aan de verplichting om een alimentatievordering in te dienen of schuldhulpverlening aan te vragen. De Wgs kent maar een drietal verplichtingen: de legitimatieplicht, inlichtingenplicht en de medewerkingsplicht.

Voorkeur voor verplichtingen op grond van WWB?

U als gemeente zal een bijstandsgerechtigde waarschijnlijk liever verplichtingen op grond van de WWB opleggen dan op grond van de Wgs. In de WWB zijn de verschillende verplichtingen per onderwerp duidelijk opgesplitst en is inmiddels door vele uitspraken helder geworden wat wel en niet en onder welke voorwaarden op grond van een verplichting kan worden opgelegd. In de Wgs moeten vrijwel alle verplichtingen, zoals bijvoorbeeld de arbeidsplicht en budgetteringsplicht, worden geschaard onder  medewerkingsplicht. Het is (nog) onduidelijk wat de grenzen zijn aan het opleggen van die verplichtingen. In de wet staat bijvoorbeeld slechts de ‘medewerking die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de Wgs’. Die medewerkingsplicht kan heel breed zijn, aangezien het verstrekte recht – de schuldhulpverlening – ook heel breed kan zijn.

Sancties in WWB en Wgs

Waar bovendien in de WWB de sancties op het niet nakomen van de verplichtingen in de wet zijn vastgelegd – afstemming, beëindiging of intrekking – is in de Wgs niets bepaald. De gemeente kan/ moet dat doen in eigen beleid. Dit wordt vaak vastgelegd in de beleidsregels. De grenzen daarvan zijn, wegens het ontbreken van rechtspraak, nog niet duidelijk. Een heel duidelijke sanctie in de WWB vormt bijvoorbeeld het afstemmen: belanghebbende voelt het in zijn portemonnee en wordt geprikkeld de verplichting alsnog na te komen of in de toekomst de opgelegde verplichtingen meteen na te komen. Bij de Wgs is die prikkel er niet, maar is er vaak alleen een te zware en vaak niet gewenste sanctie voorhanden: beëindiging schuldhulpverlening. Soms wordt vooraf eerst een waarschuwing gegeven.

Grenzen aan opleggen van verplichtingen

Gelet op het voorgaande is het begrijpelijk dat u liever verplichtingen oplegt op grond van de WWB. Uw college zal er wel voor moeten waken niet te handelen in strijd met het zogeheten verbod op détournement de pouvoir – gedeeltelijk Frans voor ‘machtsverdraaiing’ of ‘afwending van bevoegdheid’ – het verbod voor bestuursorganen om bestuursbevoegdheden te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor ze gegeven zijn. De op grond van de WWB opgelegde verplichting moet kortom wel een directe relatie hebben met die bijstand.

Haaks op elkaar staande verplichtingen

Een ander onderwerp dat in het kader van het opleggen van verplichtingen aandacht behoeft is het volgende. Er zal binnen uw gemeente voldoende afstemming moeten zijn tussen de afdeling schuldhulpverlening en bijstand. Anders worden er wellicht verplichtingen opgelegd die haaks op elkaar staan. Stel bijvoorbeeld dat een jongere van de afdeling WWB te horen heeft gekregen dat hij weer naar school moet en studiefinanciering moet aanvragen. Terwijl diezelfde jongere in de schuldenregeling geen nieuwe schulden meer mag aangaan. Kluwer Schulinck gaat er van uit dat het schuldregelingstraject een reden is om aan te nemen dat de jongere in het kader van de WWB geen onderwijs kan volgen. (Wel moet worden onderzocht of een BBL-opleiding tot de mogelijkheden behoort. Daar is immers geen studiefinanciering aan verbonden en belanghebbende bouwt daarmee dus ook geen nieuwe schulden op.) Echter, het is niet gezegd dat alle afdelingen WWB dat ook zo zien en niet toch de jongere verplichten naar school te gaan. Heeft u een grote gemeente, waar bijstand en schuldhulpverlening twee aparte afdelingen zijn, of heeft uw gemeente de schuldhulpverlening (deels) uitbesteed, dan kan zich dit probleem voordoen. Een eerste stap richting de oplossing kan zijn: bewustwording. Een tweede stap: overleg en goede samenwerking tussen de afdelingen schuldhulpverlening en bijstand. Die samenwerking wordt idealiter ook in beleid vastgelegd.