De  Ministerraad heeft ingestemd met het voorgestelde Besluit Breed Wettelijk Moratorium. Dat betekent dat u als gemeente per (hoogstwaarschijnlijk) 1 januari 2017 de bevoegdheid krijgt om bij de rechtbank een adempauze te verzoeken voor schuldenaren die zijn toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulpverlening. In deze opinie zet ik kort de volgende zaken uiteen: Wat is een breed wettelijk moratorium? Wanneer kunt u dit instrument inzetten? Welke verplichtingen zijn er eigenlijk voor u als gemeente? Ik sluit af met een aantal knelpunten en adviezen. 

Wat is een moratorium?

Als het breed moratorium wordt toegewezen dan mogen de schuldeisers maximaal 6 maanden geen gebruik maken van hun bevoegdheden om verhaal te halen op de goederen van de schuldenaar. Ook mogen de schuldeisers geen goederen opeisen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden. Concreet betekent dat onder andere dat deurwaarders, incassobureaus en de overheid tijdens het moratorium geen beslag mogen leggen op goederen, inkomen of uitkering van de schuldenaar. Ook mogen zij geen gebruik maken van een reeds opgelegd beslag.

Wanneer kunt u dit instrument inzetten?

Het beoogde einddoel van het breed moratorium is financiële stabiliteit. Het kan worden ingezet op het moment dat het maar niet lukt om de schuldensituatie te stabiliseren, omdat bepaalde schuldeisers door hun wijze van incasseren de financiële situatie van de schuldenaar blijven destabiliseren. Denk aan de situatie dat er herhaaldelijk nieuwe schulden worden gegenereerd in de vorm van nieuwe en – gezien de betalingsonmacht van de schuldenaar – onnodige incassokosten, ofwel het starten van incasso’s waarbij geen rekening wordt gehouden met de beslagvrije voet (waardoor de schuldenaar nieuwe schulden zal moeten maken om in zijn levensonderhoud te voorzien).

Het verzoek moratorium moet noodzakelijk zijn in het kader van de schuldhulpverlening. Er wordt van u verwacht dat u aantoont dat alle andere (wettelijke) mogelijkheden al zijn bekeken en dat is gebleken dat alleen een breed moratorium ervoor kan zorgen dat er stabiliteit ontstaat die u als schuldhulpverlener nodig heeft om een (tussen)balans op te maken. Hoe u dit kunt onderbouwen zal van geval tot geval verschillen.

Verschil met het ‘engere’ Wsnp-moratorium
Het breed wettelijk moratorium kan dus al vroeg in het proces worden ingezet. Dit is een groot verschil met het al bestaande Wsnp-moratorium (officieel: voorlopige voorziening Wsnp), dat in principe pas ingezet kan worden als er al concreet zicht bestaat op een schuldregeling. Een tweede verschil is dat het Wsnp-moratorium alleen ingezet kan worden tijdens drie bedreigende situaties. Het breed wettelijk moratorium kent die beperking niet.

Verplichtingen voor u als gemeente

Tijdens het moratorium wordt van u als gemeente het volgende verwacht:

Het beoogde einddoel van het breed moratorium is financiële stabiliteit

Boedel/ schuldenbeheer regelen

De gemeente voert tijdens het moratorium verplicht het beheer over het budget van de schuldenaar. Als het budget al wordt beheerd vanwege een lopende onderbewindstelling dan zal de gemeente het budget mede moeten beheren. Als de schuldenaar de medewerking aan het financieel beheer intrekt dan bent u verplicht beëindiging van het moratorium te verzoeken bij de rechter!

Toezicht houden

Daarnaast bent u verplicht om tijdens een lopend moratorium toezicht te houden op een correcte naleving van de voorwaarden van het moratorium en op het nakomen van de verplichtingen door de schuldenaar. Bij niet naleving van de voorwaarden en de verplichtingen is de gemeente verplicht de beëindiging van het moratorium te verzoeken bij de rechter!

Knelpunten en adviezen

Het voert te ver alle mogelijke knelpunten hier te benoemen, ik noem de belangrijkste:

  1. Het moratorium kan maar 1x in de 10 jaar (!) worden ingezet. Vanuit de praktijk wordt nu al geroepen dat dit te beperkt is, er is zelfs al een oproep gedaan om te lobbyen voor een kortere termijn. Mijn advies is om bij de overweging om het moratorium in te zetten deze lange termijn voor nu wel in het achterhoofd te houden. Zet het instrument moratorium dus niet te lichtvaardig in.
  2. De uitvoering van het moratorium vraagt om kennis. Zorg dus dat er kennis in huis is. Het zou zonde zijn als door onkunde dit mooie 4 jaar ‘bevochten’ instrument niet effectief wordt ingezet.
  3. Zowel de noodzaak van het moratorium als de noodzaak tot beëindiging daarvan, moet goed worden gemotiveerd. Wat precies van u wordt verwacht is niet duidelijk, en is dus een kwestie van uitproberen. Gewoon doen dus.
  4. Het is, mede met het oog op aansprakelijkheid, van groot belang dat de aanvraag, de uitvoering en het toezicht goed vormgegeven worden binnen het bestaande proces. Neem het breed moratorium op in uw beleid en in de werkprocessen. Mijn advies is om al voor 1 januari 2017 aan de slag te gaan hiermee, zodat de uitvoering op 1 januari 2017 ook weet wat van haar verwacht wordt en hoe het een en ander binnen de gemeente is geregeld.
  5. Schuldeisers hoeven niet te worden betrokken bij de indiening in het verzoekschrift moratorium. Gedurende een afkoelingsperiode kan een schuldeiser u wel verzoeken de tussentijdse beëindiging aan te vragen. U bent niet verplicht hier gehoor aan te geven. In het kader van een eventuele aansprakelijkheid raad ik u wel aan het verzoek tot tussentijdse beëindiging niet al te lichtvaardig te negeren. Verder raad ik u aan goed met de betrokken schuldeisers te (blijven) communiceren aangezien uw uiteindelijke doel is tijdens en na afloop van het moratorium goede afspraken met hen te maken,

 

NB. In plaats van gemeente kan ook gemeentelijke regeling gelezen worden.