Mag het college bij spoedeisende bestuursdwang in de kostenverhaalsbeschikking een andere (rechts)persoon aanwijzen als overtreder dan in de last onder bestuursdwang als de bestuursdwangbeschikking niet aan die andere (rechts)persoon is bekendgemaakt en het kostenverhaal niet aan die andere (rechts)persoon is aangezegd?

Deze vraag stond centraal bij de handhaving van de opslag van afval bij een afvalverwerkingsbedrijf (ECLI:NL:RBLIM:2016:11089).

Wat was er aan de hand?

Een afvalverwerkingsbedrijf had meer en op een andere wijze afval opgeslagen dan in de milieuvergunning was toegestaan. Het college legt een last onder bestuursdwang op. In de tussentijd worden symptomen van broei geconstateerd waardoor  bij wijze van spoedeisende bestuursdwang een deel van het afval wordt afgevoerd.

Enkele dagen later wordt de spoedeisende bestuursdwang op schrift gesteld en alleen gericht tot en bekendgemaakt aan het afvalverwerkingsbedrijf als overtreder.  In de kostenverhaalsbeschikking heeft het college echter andere (rechts)personen (waaronder eigenares van perceel, bestuurder en enig aandeelhouder) voor het eerst als overtreder aangemerkt.

Kostenverhaal bij een last onder bestuursdwang: de hoofdregel

Een last onder bestuursdwang wordt bekendgemaakt aan de overtreder, aan de rechthebbenden op het gebruik van de zaak waarop de last betrekking heeft en aan de aanvrager (artikel 5:24 lid 3 Awb).

In de bestuursdwangbeschikking moet tevens het kostenverhaal worden aangezegd. Wordt het kostenverhaal niet aangezegd, dan is kostenverhaal niet (meer) mogelijk (artikel 5:25 lid 2 Awb). Zou dit wel mogelijk zijn dan komt dat in strijd met de rechtszekerheid omdat die (rechts)persoon dan niet in de gelegenheid is geweest om toepassing van bestuursdwang te voorkomen, de kosten daarvan te beperken door maatregelen te (doen) nemen of om de bestuursdwangbeschikking in rechte aan te vechten.

Kostenverhaal bij spoedeisende bestuursdwang: de uitzondering

Bij spoedeisende bestuursdwang wordt de last (noodzakelijk) pas achteraf bekend gemaakt. Een overtreder heeft niet de mogelijkheid om zelf maatregelen te nemen of om de uitvoering van de bestuursdwang door rechtsmiddelen te voorkomen. Het feit dat bij spoedeisende bestuursdwang niet direct in de last alle overtreders zijn genoemd is geen reden om te concluderen dat het alsnog aanwijzen van meer en andere overtreders in de kostenverhaalsbeschikking in strijd komt met het beginsel van rechtszekerheid. De pas in de kostenverhaalsbeschikking aangewezen overtreders zijn door de aard van de spoedeisende bestuursdwang niet in een zodanig ongunstiger positie dan de direct in de spoedeisende lastgeving genoemde overtreder dat zij van kostenverhaal gevrijwaard moeten blijven.

Gezegd moet worden dat in deze zaak de andere (rechts)personen van de last hebben kunnen kennisnemen omdat de bestuursdwangbeschikking aan hen weliswaar als vertegenwoordiger van het afvalbedrijf was gericht. Wellicht dat die omstandigheid maakt dat de Rechtbank betrekkelijk eenvoudig concludeert dat het rechtszekerheidsbeginsel zich niet verzet tegen de wijziging van de overtreder in de kostenverhaalsbeschikking.

Conclusie

Het college kan bij spoedeisende bestuursdwang in de kostenverhaalsbeschikking alsnog  een andere overtreder aanwijzen dan de in de bestuursdwangbeschikking genoemde overtreder. Het betreft een uitspraak van de Rechtbank die nog niet is bevestigd door de Afdeling Bestuursrechtspraakvan de Raad van State.  Terughoudendheid is geboden!

Het feit dat bij spoedeisende bestuursdwang niet direct in de last alle overtreders zijn genoemd is geen reden om te concluderen dat het alsnog aanwijzen van meer en andere overtreders in de kostenverhaalsbeschikking in strijd komt met het beginsel van rechtszekerheid.