Begin februari deden de rechtbanken Overijssel en Den Haag ieder een uitspraak over het opzeggen van het contract met Bureau Jeugdzorg (BJZ) door de provincie. Beide provincies hadden in december 2012 aangegeven dat het contract afliep op 1 januari 2015, de datum waarop jeugdzorg overgaat van provincies naar gemeenten. De argumenten van Bureau Jeugdzorg Overijssel waren vergelijkbaar met die van Bureau Jeugdzorg Haaglanden/Zuid-Holland: er zou geen sprake zijn van een redelijke termijn en het UWV zou geen ontslagvergunningen verlenen omdat er onzekerheid was over het aantal arbeidsplaatsen dat zou wegvallen.

De rechtbank Overijssel oordeelde dat de provincie Overijssel het contract met BJZ niet had mogen opzeggen per 1 januari 2015 omdat er geen sprake was van een redelijke termijn. Het besluit tot stopzetting van het contract was dus in strijd met de wet. De rechtbank Den Haag zag dat anders. Volgens die rechtbank was de opzeggingstermijn wél redelijk. In het primaire besluit stond duidelijk dat de subsidierelatie op 1 januari 2015 stopt. BJZ had ‘kunnen en moeten begrijpen’ dat het stelsel van Jeugdzorg zo ingrijpend zou veranderen dat er geen sprake kan zijn van voortzetting van de bestaande situatie. Het had zich op gevolgen kunnen en moeten voorbereiden, aldus de rechtbank.

Wie betaalt de frictiekosten?

En dan komt het echte pijnpunt aan de orde: frictiekosten. Er zijn twee tegenstrijdige uitspraken. De rechtbank Overijssel vindt dat het Rijk verantwoordelijk is voor de frictiekosten. De rechtbank Den Haag zegt daar niets over. Tijdens de behandeling van de Jeugdwet in de Eerste Kamer op 11 februari is door verschillende senatoren min of meer dezelfde vraag gesteld: Wie betaalt de frictiekosten?

Ook gemeenten hebben te maken met frictiekosten

Het probleem speelt niet alleen bij de provincie en het Rijk. Ook gemeenten hebben er mee te maken. De bewindslieden hebben met de gemeenten afgesproken dat ze bij de afspraken met de Bureaus Jeugdzorg vanaf 2015 de frictiekosten zo veel mogelijk zullen beperken. Dat is ook opgenomen in de Jeugdwet onder artikel 12.4, lid 1 onder c. Omdat nog niet alle gemeenten tijdig heldere afspraken hebben gemaakt met de Bureaus Jeugdzorg, hebben de staatssecretarissen erop aangedrongen die afspraken tussen de regio’s en de Bureaus Jeugdzorg per 28 februari 2014 wel te maken. Anders is de overgangsregeling van toepassing.

Gemeenten moeten contracten sluiten met jeugdhulpverleners

Maar het gaat niet alleen over inkoop bij bureau Jeugdzorg. Gemeenten sluiten nu en straks ook contracten met verschillende jeugdhulpverleners, waarbij gemeenten enerzijds hun eigen beleid moeten kunnen blijven bepalen en anderzijds ervoor zorgen dat de continuïteit van de jeugdzorg niet in gevaar komt. Gevaar ligt hier op de loer, want frictiekosten kunnen immers voor een belangrijk deel worden beïnvloed door de inkoopafspraken die worden gemaakt.

Van Rijn: hoge frictiekosten kunnen voorkomen worden door handige afspraken

Staatssecretaris van Rijn stelt dat hoge frictiekosten voorkomen kunnen worden door het maken van ‘handige afspraken’. Gemeenten moeten straks handige afspraken maken zodat frictiekosten tot een minimum worden beperkt. Om de gemeenten hierin op weg te helpen, wil hij snel een transitie-autoriteit jeugd oprichten. Deze transitieautoriteit heeft twee opdrachten:

  • bewaken van de continuïteit van zorg en kijken of er handigere afspraken moeten worden gemaakt bij inkoop van zorg,
  • vastleggen dat men over oplossingen gaat praten als die afspraken zijn gemaakt en er toch nog problemen zijn.

De staatssecretaris vindt dit een goed antwoord op wat de branche samen met de VNG zelf voorstelt om te zorgen dat alles in goede banen wordt geleid. ‘Dit kan een belangrijke bijdrage zijn om waar het kan een zachte landing te bewerkstelligen voor de instellingen die anders in de problemen zouden komen, al is het alleen maar omdat er onvoldoende snel duidelijkheid is’, aldus Van Rijn.

Mooie woorden, maar weinig concreets

Mooie woorden allemaal, maar wat is er nu werkelijk voortgekomen uit de discussie in de Eerste Kamer over het oplossen van het frictiekostenprobleem? Vrij weinig. De staatssecretaris vindt dat het hele probleem op te lossen is door het maken van ‘handige afspraken’. Wie gaat daarvoor zorgen? Een nog uit de grond te stampen Transitie-autoriteit Jeugd. Heerlijk helder. Vindt u ook niet?