In de laatste debatten in de Tweede Kamer over de voortgang van de transitie jeugd was veel aandacht voor het familiegroepsplan. Een aantal ouderorganisaties luidde de noodklok. Gemeenten zouden onwetend zijn over werken op basis van het plan. De ophef leidde uiteindelijk tot kamervragen, waarin de staatssecretaris werd verzocht ervoor te zorgen dat de VNG het familiegroepsplan alsnog zou opnemen in de modelverordening. Staatssecretaris van Rijn (VWS) heeft inmiddels laten weten dat de modelverordening inderdaad zal worden aangepast. Maar is dat wel echt nodig?

Wat is het familiegroepsplan?

Even terug naar de Jeugdwet, wat is het familiegroepsplan nu precies? Het familiegroepsplan is bij amendement van Tweede Kamerleden Voordewind (CU) en Ypma (PvdA) toegevoegd aan de Jeugdwet. De wet definieert het als een hulpverleningsplan of plan van aanpak dat de ouders van de jeugdige samen met (bloed)verwanten en andere personen uit het sociale netwerk opstellen. De bedoeling daarvan is dat ouders, familieleden en andere betrokkenen de mogelijkheid krijgen mee te denken en te helpen aan een oplossing voor de problematiek. Gaat het om jeugdhulp dan spreken we van een ‘hulpverleningsplan’. Bij de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen of jeugdreclassering wordt gesproken van een ‘plan van aanpak’.

Aanspraak op familiegroepsplan geborgd in de wet

De mogelijkheid een familiegroepsplan op te stellen is geborgd in de Jeugdwet. Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen zijn wettelijk verplicht bij het starten van de hulpverlening de mogelijkheid te bieden een familiegroepsplan op te stellen. Uitzonderingen gelden voor de situatie dat sprake is van voogdij door de gecertificeerde instelling of wanneer het gaat om de uitvoering van jeugdreclassering. De gecertificeerde instelling hoeft dan geen familiegroepsplan aan te bieden.  Los van de rechtstreekse verplichting voor aanbieders en gecertificeerde instellingen, draagt de wet ook de gemeente op ervoor te zorgen dat hulp verleend wordt op basis van familiegroepsplannen. Daarmee heeft het familiegroepsplan dus een stevige wettelijke basis. Belanghebbenden kunnen zich hier op beroepen. Wordt geen familiegroepsplan aangeboden, dan handelen de zorgverleners in strijd met de wet.

Aanpassen verordening niet noodzakelijk

Het is niet verkeerd dat het familiegroepsplan nog eens bij gemeenten onder de aandacht wordt gebracht. Maar het aanpassen van de verordening is in mijn ogen niet nodig. Zoals al aangegeven, heeft het familiegroepsplan een stevige basis in de wet. Daar kan de verordening  weinig meer aan toevoegen. Voor zover in de uitvoeringspraktijk behoefte bestaat aan nadere richtlijnen over het opstellen van het plan, passen die beter in beleidsregels dan in de verordening. Overigens zal het aanpassen van de verordening voor veel gemeenten ook wel heel kort dag worden. Vóór 1 november moet deze immers zijn vastgesteld. Deze deadline ligt er niet voor het besluit of beleidsregels. Des te meer reden lijkt mij om er nog eens goed voor te gaan zitten en, waar nodig, het familiegroepsplan uit te werken in nadere regels.