In de Jeugdwet is het uitgangspunt dat de jeugdige zelf en/of (afhankelijk van de leeftijd van de jeugdige) zijn ouders (wettelijke vertegenwoordigers) toestemming moeten geven voor het verlenen van jeugdhulp. Het toestemmingsvereiste geldt volgens de Jeugdwet niet voor gesloten jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Dit kan de indruk wekken dat bij de uitvoering van deze maatregelen, alle vormen van jeugdhulp kunnen worden ingezet zonder toestemming van de jeugdige en/of zijn ouders. De praktijk ligt echter wat gecompliceerder.

Andere regels bij jeugdhulp in de vorm van een geneeskundige behandeling

Hoe zit het dan precies? Enigszins verstopt in de Jeugdwet staat dat de toestemmingsregels uit de wet niet van toepassing zijn voor zover sprake is van een geneeskundige behandeling. Een groot gedeelte van jeugdhulp wordt aangemerkt als een geneeskundige behandeling. Denk bijvoorbeeld aan een behandeling in de Jeugd-GGZ of Jeugd-LVB. Voor al deze vormen van jeugdhulp gelden de toestemmingsregels uit de Jeugdwet dus niet.

Het toestemmingsvereiste uit de Wgbo

Maar wat betekent dit concreet? De toestemmingsregels uit de Jeugdwet gelden weliswaar niet, maar hier is wel een ander wettelijk kader van toepassing. Namelijk de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo). Op basis van de Wgbo is voor jeugdhulp in de vorm van een geneeskundige behandeling ook toestemming vereist van de jeugdige en zijn ouders. Dit geldt ook als het gaat om jeugdhulp in het kader van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. De Wgbo kent de uitzondering zoals opgenomen in de Jeugdwet namelijk niet. Op de bijzondere situatie bij gesloten jeugdhulp wordt later ingegaan.

Wat als de toestemming ontbreekt?

Betekent dit dan dat de jeugdige en/of zijn ouders de inzet van jeugdhulp in de vorm van een geneeskundige behandeling tijdens een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering altijd kunnen tegenhouden? Nee. Het gaat hier immers om gedwongen jeugdhulp. De wetgever heeft de gezinsvoogd bij de uitvoering van de ondertoezichtstelling een aantal mogelijkheden gegeven om ook de jeugdhulp die gekwalificeerd wordt als een geneeskundige behandeling, in te zetten als de jeugdige en/of zijn ouders daar geen toestemming voor geven.

Zo kan de gezinsvoogd bij de uitvoering van een ondertoezichtstelling een schriftelijke aanwijzing geven aan de jeugdige (van 12 jaar of ouder) en/of zijn ouder(s) met gezag. Zij moeten deze schriftelijke aanwijzing in beginsel opvolgen. Daarnaast kan de gecertificeerde instelling de kinderrechter verzoeken om ter vervanging van de toestemming van de ouder met gezag toestemming te verlenen voor een medische behandeling. Dit kan alleen voor de behandeling van jeugdigen onder de 12 jaar. Ten slotte kan de kinderrechter op verzoek van de gecertificeerde instelling bepalen dat het gezag van de ouders gedeeltelijk wordt uitgeoefend door de gecertificeerde instelling voorzover het gaat om het geven van toestemming voor een medische behandeling van de minderjarige jonger dan 12 jaar.

Gesloten jeugdhulp

Voor de geneeskundige behandeling van jeugdigen in het kader van gesloten jeugdhulp is echter weer geen toestemming nodig van de jeugdige en/of de ouder(s). In de Jeugdwet is namelijk expliciet bepaald dat de jeugdhulpaanbieder tegen de wil van de jeugdige of van degene die het gezag over hem uitoefent geneeskundige behandelingsmethoden mag toepassen. Dit om gevaar voor de gezondheid of de veiligheid van de jeugdige of anderen te voorkomen en de met de jeugdhulp beoogde doelen te bereiken. Hoewel het hier dus gaat om een geneeskundige behandeling, wordt het toestemmingsvereiste uit de Wgbo op zij geschoven door de Jeugdwet.

Conclusie

Om te bepalen of jeugdhulp tijdens een kinderbeschermingsmaatregel of in het kader van jeugdreclassering zonder de toestemming mag worden ingezet, is dus één vraag van belang: “Is de jeugdhulp die ingezet wordt een geneeskundige behandeling?”

Als sprake is van een geneeskundige behandeling kan de jeugdhulp in eerste instantie alleen worden ingezet als de jeugdige en/of zijn ouders hiervoor hun toestemming verlenen. Ontbreekt deze toestemming, dan kan de gecertificeerde instelling via een andere weg (schriftelijke aanwijzing of procedure bij de kinderrechter) proberen om de jeugdhulp in te kunnen zetten.

Als het gaat om jeugdhulp die niet gekwalificeerd wordt als een geneeskundige behandeling (denk bijvoorbeeld aan opvoedondersteuning) geldt het toestemmingsvereiste niet. De gecertificeerde instelling kan dan de noodzakelijke hulp inzetten, ook als de jeugdige en/of zijn ouders hier geen toestemming voor geeft.

Ten slotte kunnen alle vormen van jeugdhulp worden ingezet tijdens gesloten jeugdhulp, ongeacht of de jeugdige en/of zijn ouders hier toestemming voor geven.