"Decentraliseren is loslaten in vertrouwen". Daarmee sloot de VNG haar reactie af op de consultatieversie van het Uitvoeringsbesluit Jeudgwet. Het Rijk wil zich volgens de belangenorganisatie nog teveel bemoeien met de uitvoering van de jeugdzorg. Dat gaat ten koste van de bewegingsvrijheid van gemeenten. Is deze kritiek terecht?

Laten we het concept Uitvoeringsbesluit er eens bijpakken. Als eerste stuiten we dan op de deskundigheid die het college in huis moet hebben om de toegang naar jeugdhulp goed te kunnen uitvoeren. Het Uitvoeringsbesluit somt een aantal terreinen op waarover deskundigheid aanwezig moet zijn. In de toelichting op het Uitvoeringsbesluit wordt hierover opgemerkt dat de gestelde eisen met opzet algemeen zijn gehouden. Zo houden gemeente de benodigde beleidsruimte om de toegang naar de lokale omstandigheden in te richten. Prima streven lijkt me. Vervolgens besluit de wetgever echter toch de mogelijkheid open te houden in de toekomst nadere regels te stellen aan de deskundigheidseisen. Maar hoe zit het dan met de doelstelling ruimte te laten voor lokaal maatwerk? Daar zegt de toelichting helaas niets over.

Verantwoording afleggen aan het Rijk

Het Uitvoeringsbesluit bepaalt verder dat het Rijk gegevens wil hebben over de ‘aard, wijze van uitvoering en resultaten’ van de preventie, jeugdhulp, kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. Het gaat dan bijvoorbeeld om gegevens over de gehanteerde methode of vorm van jeugdhulp, welke kinderbeschermingsmaatregel is opgelegd en de modaliteit van de jeugdreclassering. De vraag die de VNG denk ik terecht stelt, is waarom het Rijk als stelselverantwoordelijke informatie over de uitvoering zou moeten krijgen. Dat is nu juist het terrein van de gemeenten. Onnodige bureaucratie, terwijl het juist de bedoeling was dat de regeldruk zou verminderen.

Nadere regels voor het AMHK

Misschien wel het beste voorbeeld van de bemoeizucht van het Rijk is de regelgeving rond het Advies en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindmishandeling (AMHK). Zowel de Jeugdwet als het Uitvoeringsbesluit stellen al veel regels over de procedure en werkwijze van de op te richten AMHK’s. Desondanks vindt de wetgever het nodig over de wijze van besluitvorming door het AMHK nog nadere regels te kunnen stellen. Bijvoorbeeld als straks blijkt dat landelijke uniformiteit ontbreekt over de wijze waarop het AMHK onderzoek doet na een melding, aldus de toelichting op het Uitvoeringsbesluit. Dat is toch wel opmerkelijk. Het gaat hier om uitvoeringsdetails. Als de overheid wil dat dit op landelijk uniforme wijze gebeurt, had het deze verantwoordelijkheid beter niet bij gemeenten neer kunnen leggen.

Decentralisatie kan pas echt slagen als overheid durft los te laten

Al met al een kritische, maar duidelijke boodschap van de VNG. De hang naar het stellen van centrale regels is een beweging die we ook op andere terreinen terug zien. Denk bijvoorbeeld aan de Fraudewet in de bijstand. Maatregelen worden in de wet minutieus vastgelegd en gemeenten krijgen steeds minder ruimte om rekening te houden met individuele omstandigheden en maatwerk te verrichten. Terwijl de uitvoeringsverantwoordelijkheid juist bij gemeenten is neergelegd om te kunnen inspelen op lokale omstandigheden. Het getuigt van weinig vertrouwen in de capaciteiten van de gemeentelijke overheid. En dat is jammer. Want zoals de VNG denk ik terecht zegt, kan decentralisatie pas echt slagen als de overheid durft los te laten.