Als het college iemand bijstand wil toekennen, verplichtingen wil verbinden aan het recht op bijstand, of bijvoorbeeld juist het recht op bijstand wil intrekken, moet het daartoe een besluit nemen. Een dergelijk besluit noemen we een beschikking. Het college moet die beschikking schriftelijk meedelen aan de betreffende burger.

De beschikking moet voldoen aan juridische eisen. Ten eerste moet het college natuurlijk de Wet werk en bijstand correct toepassen. Daarnaast stelt de Algemene wet bestuursrecht enige eisen. Een van de belangrijkste vereisten is de verplichting een besluit goed te motiveren. De wens te voldoen aan alle juridische eisen kan gemakkelijk leiden tot zeer juridisch taalgebruik. De burger tot wie de beschikking is gericht, zal echter over het algemeen niet juridisch geschoold zijn. Al te juridisch taalgebruik kan maken dat de burger de beschikking niet goed begrijpt.

Het is daarom belangrijk beschikkingen op te schrijven in heldere taal. Daardoor kan het college onnodige bezwaar- of beroepsprocedure voorkomen. In elk geval draagt het bij aan een voor de burgers beter functionerende overheid. En dat is op zich al een na te streven doel.

Het hanteren van een vaste structuur voor beschikkingen helpt al de leesbaarheid te verbeteren, zeker als de tekst is verdeeld in duidelijke alinea’s met nuttige tussenkopjes. Een paar andere aandachtspunten:

  • Vermijd zo mogelijk moeilijke woorden en begrippen. Is dat niet mogelijk, leg dan die woorden en begrippen uit.
  • Maak zinnen kort en vermijd zo mogelijk dubbele ontkenningen. Dat leest gemakkelijker.

Als het college een beschikking in heldere taal heeft opgeschreven, betekent dat natuurlijk nog niet dat de burger het er altijd mee eens is. Maar ook als de burger bezwaar maakt, heeft het college profijt van een goed geschreven beschikking. Hoe beter de primaire beschikking, hoe gemakkelijker de beslissing op bezwaar. Een goede beschikking is hier al het halve werk.

Maar blijf wel opletten. Bij helder beschikkingen schrijven gaat het om het vereenvoudigen van de manier waarop de boodschap wordt gebracht. De boodschap zelf mag niet versimpelen. Gebeurt dat wel, dan verandert de boodschap en komt die niet meer overeen met wat het college had willen besluiten. Dat maakt het niet gemakkelijker voor de burger en zorgt vooral dat de besluiten van het college bij de rechter geen stand houden.

Er is een mooi voorbeeld van hoe het bij de rechter mis kan gaan als de boodschap te zeer is versimpeld (zie CRvB 09-01-2012, LJN BV0244). In die zaak had het UWV iemand een WW-uitkering toegekend. Maar omdat hij ook schuld had aan het ontstaan van zijn werkloosheid, wilde het UWV de uitkering gedurende enkele maanden weigeren bij wijze van maatregel. Om de boodschap begrijpelijk te maken voor de burger schreef het UWV niet dat het recht op WW gedurende die maanden werd geweigerd, maar dat gedurende die maanden geen betaling zou plaatsvinden. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat belanghebbende niet had hoeven begrijpen dat hij van het UWV over die maanden helemaal geen WW-uitkering zou krijgen. Hij had het besluit ook mogen begrijpen als een mededeling dat het UWV de WW over die maanden pas later zou betalen. Het UWV had hier dus de boodschap vereenvoudigd tot een niveau waarop die niet meer juist was.

Wilt u graag meer weten over helder beschikkingen schrijven? Kom dan op 19 april 2012 naar het congres “Meedoen naar vermogen” en schrijf u in voor de workshop helder beschikkingen schrijven.