Een bijstandsgerechtigde is verplicht om aan het college of de SVB op verzoek of uit eigen beweging melding te doen van wijzigingen in zijn situatie, zoals een verhuizing, wijziging van de leefsituatie of betaald werk naast de uitkering.

Het huidige artikel 58 WWB bepaalt dat het college van de gemeente die de bijstand heeft verleend de kosten van bijstand kan terugvorderen, voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is ontvangen als gevolg van het niet nakomen van die inlichtingenplicht. Minister Kamp van SZW heeft op 20 maart 2012 een wetsvoorstel ingediend dat in de Wet werk en bijstand (WWB) de bestuurlijke boete herintroduceert en van terugvordering in bepaalde gevallen (weer) een verplichting maakt.

Voorheen, in de Algemene bijstandswet (Abw), was het terugvorderen van bijstand een plicht. Bij de invoering van de WWB per 1-1-2004 werd de bevoegdheid tot het terugvorderen van de bijstand geïntroduceerd. Gelet op de financiële stimulans en de eigen beleidsruimte zou de gemeente een goede afweging kunnen maken wanneer zij van terugvordering afziet. Het was daarom niet nodig gemeenten een verplichting op te leggen tot terugvordering. De wetgever gaf daarbij aan dat de eigen beleidsruimte onverlet laat dat van gemeenten verwacht mag worden dat hun terugvorderingsbeleid een effectieve bijdrage levert aan een adequate fraudebestrijding. Minister Kamp oordeelt nu dat het nu juist aan die voldoende strenge en adequate fraudebestrijding heeft ontbroken.

In het wetsvoorstel ontbreekt de mogelijkheid af te zien van terugvordering bij schulden en kruimelbedragen. Dat vinden we bij Schulinck onwenselijk. Steeds meer schuldenaren krijgen te maken met problematische schulden en het is jammer dat gemeenten en de SVB geen mogelijkheden krijgen te anticiperen op die uit de hand lopende problematische schuldensituatie. Het ontbreken van die mogelijkheid staat ook haaks op de taak die de gemeente per 1 juli 2012 krijgt in het kader van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De gemeente zal op basis van die wet als schuldbemiddelaar schuldeisers proberen akkoord te laten gaan met een schuldregeling waarin ze in de meeste gevallen genoegen moeten nemen met terugbetaling van slechts een deel van hun vordering. Het is op z’n zachtst gezegd vreemd dat de gemeente zelf die mogelijkheid als schuldeiser niet heeft en als zodanig een schuldregeling kan frustreren.

De gemeente kan op grond van het voorgestelde artikel 58 lid 8 WWB wel nog afzien van terugvordering als sprake is van dringende redenen. Dat begrip wordt helaas niet verder uitgelegd of uitgewerkt. Het voorgestelde artikel komt overeen met het oude artikel 78 lid 3 Abw dat bepaalt dat het college kan afzien van terugvordering in geval van dringende redenen. Kijken we naar de wetsgeschiedenis, dan waren die dringende redenen slechts gelegen in de onaanvaardbaarheid van sociale en/of financiële consequenties voor de betrokkene: incidentele gevallen waarin iets bijzonders en uitzonderlijks aan de hand is en waarin een individuele afweging van alle relevante omstandigheden plaatsvindt. Dat zou betekenen dat het college in feite niet veel beoordelingsvrijheid heeft als het gaat om het vaststellen van situaties waarin sprake is van dringende redenen. Er wordt u als de gemeente of SVB dus – helaas – niet veel ruimte geboden onder de verplichte terugvordering uit te komen in een geval waarin u dat billijk acht.

Er is echter een leemte in het wetsvoorstel. In artikel 54 lid 3 onderdeel a WWB is bepaald dat het college een besluit tot toekenning van bijstand en terzake van weigering van bijstand kan herzien of intrekken, indien niet aan de inlichtingenplicht is voldaan. Kan, niet moet. Dat leidt ertoe dat, als die bepaling niet wordt hersteld, een gemeente niet verplicht is tot terugvordering van de te veel betaalde bijstand totdat zij heeft besloten een herzienings- of intrekkingsbesluit te nemen. Onbedoeld biedt de wetgever daarmee gemeenten dus een mooie vluchtweg om alsnog zelf te beoordelen in welke gevallen ze gaan terugvorderen en in welke gevallen niet. In die gevallen waarin de gemeente (nog) niet wenst terug te vorderen, kan zij besluiten (nog) geen wijzigings- of intrekkingsbesluit te nemen.

In de volgende Focus op deel 2: de herintroductie van de verplichte bestuurlijke boete.