Onlangs hebben twee rechtbanken uitspraken gedaan over de vraag of Veilig Thuis (VT) een bestuursorgaan is. De rechtbank Amsterdam zei ja, de rechtbank Overijssel zei nee. Dit lijkt op het eerste gezicht tegenstrijdig, maar is het niet. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bepaalt dat gemeenten zorg moeten dragen voor een VT-organisatie, maar laat daarbij niet weten of VT als bestuursorgaan moet worden ingericht. Dit heeft tot gevolg dat dit per regio anders is. Ik ben van mening dat wettelijk vastgelegd moet worden dat gemeenten VT inrichten als bestuursorgaan. Voordat ik dit toelicht zal ik eerst stilstaan bij wat een bestuursorgaan is en welke werkzaamheden VT heeft.

In het kort: waarom was het ook alweer belangrijk om te weten of je met een bestuursorgaan te maken hebt?

Een burger kan alleen een bestuursrechtelijke procedure opstarten wanneer een schriftelijke beslissing afkomstig is van een bestuursorgaan (artikel 1:3 lid 1 Awb). Er zijn twee soorten bestuursorganen, het publiekrechtelijk bestuursorgaan (artikel 1:1: lid 1 sub a Awb) en de privaatrechtelijke rechtspersoon die met openbaar gezag gekleed is (artikel 1:1 lid 1 sub b Awb).

De dagelijkse werkzaamheden van VT

De gemeente moeten zorgdragen voor de inrichting van een VT-organisatie (artikel 4.1.1 van de Wmo). In dit artikel worden ook de dagelijkse werkzaamheden van VT genoemd. VT doet onderzoek naar meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling, en bepaalt of hiervan sprake is. Wanneer dat nodig is schakelen VT-organisaties de politie, de Raad voor de Kinderbescherming of de gemeente in. Zij zorgen ervoor dat passende hulpverlening wordt ingeschakeld als dat nodig is. Gemeenten hebben geen eigen VT-organisaties, maar hebben dit georganiseerd in 26 verschillende regionale organisaties.

Wat zeggen de rechtbanken?

De rechtbank Overijssel overweegt in zijn uitspraak dat VT-Noordoost Gelderland een privaatrechtelijke stichting is, opgericht door 22 Gelderse gemeenten. Volgens de rechtbank is de VT-organisatie niet met enig openbaar gezag bekleed, met andere woorden, het kan zelf geen publiekrechtelijke rechten en plichten opleggen. Het is dus geen bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a of b Awb. Eiser kon dus niet bij de bestuursrechter terecht.

In de uitspraak van rechtbank Amsterdam komt naar voren dat VT Amsterdam-Amstelland een onderdeel is van het bestuursorgaan. Hier is VT een organisatieonderdeel dat direct wordt aangestuurd door het college. Artikel 1:1 lid 1 sub a Awb is dus van toepassing en de bestuursrechter is wel bevoegd.

Deze uitspraken laten zien dat VT-organisaties in verschillende delen van het land op verschillende manieren zijn georganiseerd. Het doen van onderzoek naar huiselijk geweld en kindermishandeling en het inlichten van andere autoriteiten zijn op zichzelf geen taken die burgers publiekrechtelijke rechten en plichten opleggen. Uit de dagelijkse werkzaamheden blijkt niet dat VT een bestuursorgaan is. Dus het ligt er nu aan hoe de VT-organisatie is ingericht of het een bestuursorgaan is of niet.

Uit de dagelijkse werkzaamheden blijkt niet dat VT een bestuursorgaan is. Dus het ligt er nu aan hoe de VT-organisatie is ingericht of het een bestuursorgaan is of niet.

Waarom VT een bestuursorgaan moet zijn

Ik stel dan ook voor om wettelijk vast te leggen dat gemeenten VT inrichten als een bestuursorgaan. Niet alleen omdat juristen zich dan niet meer hoeven te buigen over de vraag of de bestuursrechter of de civiele rechter bevoegd is. Ik zie dit ook als wenselijk omdat een doorsnee burger de gemeente, VT en de Raad voor de Kinderbescherming ziet als onderdelen van de overheid. Het is voor deze burger moeilijk te begrijpen dat hij bij geschillen met VT dan weer wel en dan weer niet terecht kan bij de bestuursrechter.

 

Altijd op de hoogte zijn van de nieuwste ontwikkelingen in het sociaal domein? Dat kan met een abonnement op onze online kennisbank Schulinck JeugdWmoParticipatiewetInburgering of Schuldhulpverlening.