Onlangs zijn aan de Staatssecretaris van SZW vragen [1] gesteld over de beperkte mogelijkheden om maatwerk te leveren bij de kostendelersnorm in de Participatiewet. Ook zou de kostendelersnorm leiden tot een toename van dakloosheid. De mogelijkheid om maatwerk te leveren bij de kostendelersnorm is aanwezig maar de vraag is of dit afdoende is om dakloosheid tegen te gaan. Onderzoek wijst uit dat actie geboden is.

Inhoud van de kostendelersnorm

In artikel 22a Participatiewet is de kostendelersnorm geregeld. Kort gezegd is de kostendelersnorm een deel van de maximale uitkering die in een bepaalde leefsituatie geldt; naar mate er meer personen in een woning wonen wordt de bijstandsuitkering lager. De achterliggende gedachte bij de invoering van de kostendelersnorm is dat als er binnen één huishouden meerdere bijstandsuitkeringen zijn toegekend, er door de stapeling van uitkeringen het huishoudinkomen zo hoog is dat daarmee meer dan alleen de noodzakelijke kosten worden gedekt. Dit zou een verlaging van de bijstandsuitkering rechtvaardigen.

Onderzoek

In december 2019 is reeds een motie aangenomen om onderzoek te doen naar de effecten van de kostendelersnorm op de huisvesting. Vervolgens heeft de staatssecretaris van SZW in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven ook te willen onderzoeken of de mogelijkheid van maatwerk die de Participatiewet biedt in artikel 18 lid 1, voldoende is om eventuele belemmeringen bij het delen van woonruimte door bijstandsgerechtigden weg te nemen.

Tot op zekere hoogte is hier sprake van een herhaling van zetten. Reeds in 2017 is een rapport verschenen met de titel “BUS-G Maatwerk in het kader van de kostendelersnorm”. De conclusie in het rapport is dat gemeenten in beperkte mate maatwerk leveren in het kader van de kostendelersnorm. En als maatwerk wordt geleverd gaat het doorgaans om situaties die als “schrijnend” worden ervaren.  Uit het rapport blijkt verder dat de meeste gemeenten maatwerk leveren als sprake is van tijdelijk verblijf. Bij veel gemeenten valt onder “tijdelijk verblijf” ook de opvang van dak- en thuislozen die tijdelijk bij een bijstandsgerechtigde verblijft.  Doorgaans wordt voor een periode van twee tot zes maanden een uitzondering gemaakt op de kostendelersnorm als sprake is van een dak- en thuisloze.

Grondslag maatwerk

Artikel 18 lid 1 Participatiewet biedt bij uitstek de mogelijkheid om maatwerk te leveren. Dit artikel luidt: “Het college stemt de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende”. Dit artikel laat het toe om in een uitzonderlijke situatie de hoogte van de bijstand naar beneden of naar boven af te stemmen. Het betreft hier het zogenaamde individualiseringsprincipe. In verzamelbrief 2015-2 heeft de toenmalige staatssecretaris van SZW een naar mijn mening heldere reactie gegeven over de uitvoering en toepassing van de kostendelersnorm onder andere in relatie tot daklozen. Zij geeft aan: “Als sprake is van duurzaam verblijf, dient de hoogte van de bijstandsnorm te worden aangepast aan de leefsituatie. Daarentegen geldt dat als sprake is van tijdelijk verblijf, dit geen gevolgen hoeft te hebben voor de naar het oordeel van de uitvoering bestaande leefsituatie en daarmee mogelijk de vaststelling van de uitkeringshoogte. Dit kan betekenen dat de persoon die tijdelijk bij een bijstandsgerechtigde inwoont, niet mee hoeft te tellen voor de kostendelersnorm. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om mensen in crisissituatie en daklozen.” Over het tijdelijk verblijf wordt in de verzamelbrief gezegd: “Het is aan de uitvoering om op basis van concrete feiten en omstandigheden van het individuele geval vast te stellen dat het gaat om tijdelijk verblijf. Er is dus geen sprake van een categoriale ontheffing van de kostendelersnorm.” Mij dunkt dat artikel 18 lid 1 Participatiewet en de uitleg door de toenmalige staatssecretaris in de aangehaalde verzamelbrief voldoende ruimte biedt voor een gemeente om maatwerk te leveren.  Van een beperkte mogelijkheid om maatwerk te leveren is naar mijn mening dan ook geen sprake. Maar wat als de periode van maatwerk is verstreken? Is dan een toename van dakloosheid te verwachten? Dat is naar mijn mening niet uit te sluiten.

De vraag is of de kostendelersnorm als knellende wetgeving van tafel moet

Dilemma

In augustus vorig jaar meldde het CBS dat dakloosheid een groeiend probleem is. Het aantal daklozen was tussen 2009 en 2019 meer dan verdubbeld. In de Volkskrant van 23 augustus 2019 zegt het CBS dat onder andere de kostendelersnorm debet is aan de toename van dakloosheid. Ouders zouden tegen hun volwassen kinderen hebben gezegd dat ze uit huis moesten omdat er anders een korting op de uitkering zou plaatsvinden. De vraag is of de kostendelersnorm daarmee als knellende wetgeving van tafel moet. Als de kostendelersnorm wordt geschrapt kan weer een stapeling van uitkeringen binnen een huishouden plaatsvinden, terwijl kosten kunnen worden gedeeld. En dat was nou juist dat de politiek bij de invoering van de kostendelersnorm wilde voorkomen. De politiek staat niet alleen voor dit duivels dilemma; alle nationale ombudsmannen hebben in een gezamenlijke brief aan de minister-president een handreiking gedaan om mee te denken over noodoplossingen om daarna de (moeilijke) weg naar structurele oplossingen te vinden.

 

[1] Vragen aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de beperkte mogelijkheden om maatwerk te
leveren bij de kostendelersnorm.