De toeslagenaffaire heeft het leven van vele gedupeerden overhoop gegooid. De overheid is een herstelprocedure gestart, waarvan een schadevergoeding onderdeel is. Hoe zorgen we ervoor dat deze schadevergoeding niet tot problemen leidt voor de lopende bijstandsuitkering?

De basis: de schadevergoeding wordt vrijgelaten voor de bijstand – zelfs zonder einddatum

Alle erkende gedupeerden ontvangen € 30.000,- (Catshuisregeling Kinderopvangtoeslag).1 Heeft een gedupeerde meer dan € 30.000,- aan schade? Dan is een hogere schadevergoeding mogelijk via de integrale toets of na een uitspraak van de Commissie Werkelijke Schade.

In alle gevallen wordt de volledige schadevergoeding vrijgelaten voor de bijstandsuitkering.2 Hierbij zit er geen einddatum aan de vrijlating van de vergoeding.

Simpel dus zou je denken, geen invloed, geen probleem. Toch zijn er nog een hoop vragen.

Als de schadevergoeding op een aparte rekening staat en blijft staan is het makkelijk. Dan is er simpelweg een rekening met een duidelijk labeltje schadevergoeding. Maar zo werkt de praktijk natuurlijk niet. De gedupeerde ontvangt de schadevergoeding vaak op een lopende rekening waarop alle inkomsten worden ontvangen en waarvan de vaste lasten worden betaald. En gebruikt de schadevergoeding om bijvoorbeeld eindelijk een auto te kopen. Hoe ga je daar mee om bij een bijstandsuitkering?

Ook spullen aangeschaft van de schadevergoeding worden vrijgelaten

Voor een gedupeerde levert het gelukkig geen probleem op als hij spullen, zoals een auto, koopt van de schadevergoeding tijdens een lopende bijstandsuitkering. Juridisch wordt daarbij het geld omgezet in een goed. Daardoor is er geen vermogenstoename en dus zijn er geen gevolgen voor de lopende bijstandsuitkering.

Maar wat als de gedupeerde de auto een paar jaar later verkoopt? Heeft het geld wat de gedupeerde dan ontvangt voor de auto invloed op de bijstandsuitkering? Nee. Dat komt door het zogeheten ‘vervangingsvermoeden’. Kort gezegd komt het er op neer dat de opbrengst niet kan worden gebruikt om van te leven, omdat de auto moet worden vervangen. Dit betekent dat ook de opbrengst van (door)verkoop niet wordt gezien als vermogen.3

Spullen die een gedupeerde aanschaft van de schadevergoeding, hebben dus geen invloed op de lopende bijstandsuitkering. Net als de opbrengst als hij de spullen later weer verkoopt. Maar daarvoor is het wel belangrijk dat de bestedingen herleidbaar zijn. De spullen moeten voor vrijlating namelijk wel écht zijn gekocht met de vergoeding.

De herleidbaarheid van de bestedingen

Een gedupeerde heeft geen inlichtingenplicht voor de besteding van de schadevergoeding. Het bedrag heeft geen invloed op de bijstandsuitkering en de gedupeerde mag het dus helemaal vrij besteden, zonder verantwoording te hoeven afleggen. Toch heeft het voor de gedupeerde voordelen om te zorgen dat de bestedingen van de schadevergoeding herleidbaar zijn. Zo voorkom je later misverstanden.

Mijn tip: help je cliënt bij de herleidbaarheid. En geef hem de informatie waarmee hij kan kiezen of hij een uitgave beter kan doen vanuit de maandelijkse inkomsten, of vanuit de schadevergoeding. Het kan voor de gedupeerde namelijk het verschil maken of hij een uitgave doet van de schadevergoeding, of van de maandelijkse inkomsten. De schadevergoeding, en de spullen die daarvan worden gekocht, worden vrijgelaten en tellen daardoor niet mee bij de vermogenstoets.

Uitgaven: van de maandelijkse inkomsten of van de schadevergoeding?

Bij sommige dingen is het voor de gedupeerde gunstiger om die te betalen van de lopende bijstandsuitkering. Zoals de vaste lasten en boodschappen. Door die zoveel mogelijk te betalen van de maandelijkse inkomsten, vindt er geen of weinig vermogensopbouw plaats. En die betalen van de maandelijkse inkomsten is ook heel logisch: die kosten zouden er ook zijn als er geen schadevergoeding zou zijn ontvangen.

Maar bij aanschaf van waardevolle spullen is het juist gunstiger om die te betalen van de schadevergoeding. Bijvoorbeeld bij een auto. Door die te betalen van de schadevergoeding, telt de waarde van de auto niet mee voor de vermogenstoets. En heeft de auto daarmee geen invloed op de lopende uitkering. En ook dat is logisch: zonder de schadevergoeding zouden deze betalingen waarschijnlijk niet mogelijk zijn geweest.

Door de gedupeerde goed te informeren over de gevolgen van de keuze, kan hij zelf de afweging maken wat hij waarvan betaalt.

Het makkelijkste is het daarbij als de gedupeerde een aparte bankrekening heeft waarop hij de schadevergoeding zet. Dan is het direct duidelijk dat alle uitgaven van die rekening worden gedaan vanuit de schadevergoeding. En daarmee zijn de bestedingen van de schadevergoeding goed herleidbaar. Zodat duidelijk is welke spullen vrijgelaten moeten worden voor de vermogenstoets. Maar ook een overzicht op papier voldoet. Door hier samen voor te gaan zitten en dit uit te leggen, help je de gedupeerde en kan hij zelf de afweging maken.

Samenvatting

  • De schadevergoeding die gedupeerden van de toeslagenaffaire ontvangen van de overheid wordt volledige vrijgelaten voor de bijstandsuitkering. Ongeacht de hoogte van het bedrag en zonder einddatum.
  • Ook spullen die worden aangeschaft van de schadevergoeding, worden vrijgelaten. Net als de opbrengst als de spullen later weer verkocht worden.
  • Een gedupeerde heeft geen inlichtingenplicht voor de besteding van de schadevergoeding. Maar help je cliënt wel bij de herleidbaarheid. Daarmee voorkom je later misverstanden over de vrijlating.

 

Altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws in het sociaal domein? Dat kan met een abonnement op onze online kennisbank Schulinck Participatiewet, Wmo, Jeugd, Inburgering of Schuldhulpverlening

 

1 Overigens vindt een deel van de hersteloperatie plaats binnen het reguliere regime van tegemoetkomingen in de zin van de Awir. Globaal kan binnen dat regime tot 5 jaar geleden zaken worden hersteld. Denk aan het opnieuw vaststellen van het recht op kinderopvangtoeslag. De betaling die daaruit volgt is vrijgelaten op grond van artikel 31 lid 2 onderdeel d Participatiewet. Zie ook Staatscourant 2020, 59645. In deze bijdrage concentreer ik me alleen op de uitgekeerde schadevergoedingen.

2 Dit volgt uit via artikel 31 lid 2 onderdeel l Participatiewet en artikel 7 onderdeel p Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ (de Regeling).

3 CRvB 4-6-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:1942