Een verhuizing brengt voor iedereen het nodige gedoe met zich mee. Voor inwoners met een Wmo-voorziening is dit soms nog erger. Zo blijkt ook uit een uitspraak van de rechtbank Noord Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2021:1910). Aan een inwoner zijn meerdere vervoersvoorzieningen toegekend, waaronder een rolstoel. Deze inwoner verhuist naar een andere gemeente. Ze besluit zich al vóór de verhuizing te melden bij de nieuwe gemeente. Ze hoopt zo te regelen dat de nieuwe gemeente haar voorzieningen op tijd overneemt. De gemeente gaat echter pas aan de gang vanaf het moment dat zij daar staat ingeschreven. Je mag je namelijk alleen melden bij een gemeente als je daar op dat moment woont. Dit is wettelijk gezien correct, maar is dit wel de meest wenselijke manier van werken?

Alleen een ingezetene mag een melding doen

Om bovenstaande gang van zaken te begrijpen is het van belang om de Wmo-procedure goed in beeld te hebben. Deze procedure begint met een melding. Vervolgens heeft de gemeente zes weken om onderzoek te doen naar deze melding. Na de afronding van het onderzoek (of na het verstrijken van de zes weken) kan men een aanvraag doen. Na deze aanvraag heeft de gemeente twee weken om een besluit te nemen.

Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat alleen een ingezetene een melding voor de Wmo 2015 kan doen. Dit is op zich ook logisch. Iemand uit Venlo hoeft zich normaal gesproken niet in Deventer te kunnen melden met problemen door zijn/haar beperkingen. Maar wat nou als deze inwoner verhuist naar Deventer? Het voelt onlogisch om de verhuizing van Wmo-voorzieningen pas te regelen nadat je daadwerkelijk bent verhuisd. Een nieuw bankstel bestel je bijvoorbeeld ook al op het nieuwe adres voordat je er feitelijk woont. Waarom kan je dan ook niet een melding doen bij de andere gemeente voordat je daar woont?

Convenant

Er wordt wel wat gedaan om een verhuizing met Wmo-hulpmiddelen soepeler te laten verlopen. Zo is in april een verhuisconvenant opgesteld. Dit convenant is onderdeel van de Verbeteragenda hulpmiddelen van de VNG. In het convenant is de overname van hulpmiddelen bij verhuizing afgesproken. Zo staat er dat een cliënt bij verhuizing de hulpmiddelen meeneemt naar de nieuwe woonplaats. Dit doet cliënt door zich te melden bij de nieuwe gemeente. Vervolgens hoeft cliënt daar niet de gehele aanvraagprocedure te doorlopen. De betrokken gemeenten en leveranciers regelen onderling zowel de financiële als de administratieve overname.

Het probleem is al langer bekend, maar in de praktijk blijkt dat het nog niet opgelost is.

De werkwijze die in het convenant staat, is in 2018 al afgesproken tussen de VNG en VWS. Helaas houden niet alle gemeenten zich hieraan. Dit blijkt ook uit het voorbeeld uit de uitspraak van de rechtbank Noord Nederland (ECLI:NL:RBNNE:2021:1910). De cliënt meldde zich meteen op de dag van haar (administratieve) verhuizing opnieuw. Ze vroeg om per direct het traject voor de overname van haar vervoersvoorzieningen te starten. Volgens de afspraken hoeft een cliënt zich na de verhuizing enkel te melden bij de nieuwe gemeente. De rest regelen de gemeenten en de leveranciers. Desondanks voerde de gemeente het normale Wmo-onderzoek uit bij cliënt. Dit duurde ruim twee maanden. Zo is cliënt weer twee (onnodige) maanden verder.

De (on)wenselijke praktijk

Of cliënt tijdens het onderzoek haar voorzieningen uit haar oude woonplaats kon blijven gebruiken, blijkt niet uit de uitspraak. In de praktijk kan het goed dat dit niet het geval is. Technisch gezien betekent verhuizen in het huidige Wmo-kader namelijk dat je bij een verhuizing alle hulpmiddelen inlevert bij de oude gemeente. Vervolgens vraag je deze na het doorlopen van de Wmo-procedure weer aan in de nieuwe gemeente. Door een onnodig lange procedure kan het zijn dat een cliënt tussen wal en schip valt en dus tijdelijk geen (goede) voorzieningen heeft. En dat zelfs wanneer een cliënt zoals in het voorbeeld er alles aan doet om zijn of haar zaken op tijd te regelen. Een dergelijke situatie is dus wettelijk toegestaan en mogelijk, maar wenselijk zeker niet. De vraag is dan ook hoe je dergelijke situaties voorkomt.

In mijn ogen is het eerdergenoemde convenant hier een goed middel voor. Het is dan alleen wel nodig dat álle gemeenten dit convenant ondertekenen. Daarnaast moeten de gemeenten de bepalingen uit het convenant ook daadwerkelijk volgen.

Daarnaast kunnen gemeenten nog wat doen. Het is naar mijn mening goed als gemeenten in sommige gevallen de melding toch al voor de verhuizing in behandeling nemen. Zeker wanneer vast staat dat cliënt naar deze gemeente gaat verhuizen. Dit zorgt voor een bredere oplossing van het probleem. Het convenant richt zich namelijk alleen op hulpmiddelen. Het vroeg in behandeling nemen van een melding kan ook voor alle andere voorzieningen voorkomen dat cliënten zonder ondersteuning komen te zitten.

Wil je altijd op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen binnen de Wmo? Klik dan hier voor meer informatie over een abonnement op onze online kennisbank.