In Nederland begint het krap te worden. Zeker in de grote steden, waar alles steeds voller wordt gebouwd. Er lijkt haast geen ruimte meer te zijn voor groen en een tuin om even te kunnen ontspannen. Vandaar dat veel mensen een dakterras willen realiseren, zo heb je toch ruimte om even naar buiten te gaan, plantjes neer te zetten en te kunnen ontspannen.


Dakterras als kruimelgeval

Een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw kan met toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a, onder 2° Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening worden afgeweken. Er kan dan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo worden verleend op grond van artikel 4 lid 4 bijlage II Bor (kruimelgeval). Let op! Het aantal woningen dient gelijk te blijven. (artikel 5 bijlage II Bor).

Vergunningsvrij?

Vaak komt de vraag: Kan een dakterras ook vergunningsvrij worden gerealiseerd? Het antwoord daarop is, verwijzend naar de paragraaf hierboven, nee. Een dakterras kan wel als kruimelgeval worden vergund.
Een andere vraag is hoe zit het met een dakterras op een vergunningsvrije aanbouw, mag dat wel vergunningsvrij worden gebouwd? Of is er een vergunning nodig voor zowel het dakterras als de aanbouw.

Een dakterras is geen afzonderlijk bouwwerk, geen gebouwde zijnde, maar een onderdeel van een bestaand gebouw (ECLI:NL:RVS:2015:1801 en ECLI:NL:RVS:2014:241). In het geval dat er een dakterras wordt gerealiseerd op een vergunningsvrije aanbouw voldoet de aanbouw niet meer aan de vergunningsvrije criteria en is dus illegaal aanwezig.

Nu dit geen wenselijke situatie is, heeft er in 2015 een wijziging plaatsgevonden waarbij lid 4 aan artikel 4 bijlage II Bor is toegevoegd. Met dit artikel is het mogelijk gemaakt dat voor alleen het dakterras een omgevingsvergunning nodig is. (De tekst uit het Staatsblad (Stb. 2015, 323) : Uit een recente uitspraak van de Afdeling (ECLI:NL:RVS:2015:1801) is gebleken dat niet in alle omstandigheden een balkon of dakterras valt binnen de reikwijdte van artikel 4 van bijlage II bij het Bor. Beoogd is dat dit soort bouwwerken wel onder de reikwijdte van dat artikel vallen. Met de aanpassing van artikel 4, lid 4, van de bijlage wordt dit verduidelijkt).

De Afdeling hanteert als hoofdregel: Een bouwplan moet als één geheel worden beschouwd en splitsing daarvan is in beginsel niet mogelijk. Een bouwplan kan alleen worden gesplitst als het bestaat uit onderdelen die in functioneel en bouwkundig opzicht van elkaar kunnen worden onderscheiden (zie onder andere ECLI:NL:RVS:2018:699). Nu in artikel 4 lid 4 bijlage II Bor de mogelijkheid is gecreëerd om alleen voor deze bouwwerken een kruimelvergunning op te nemen is het mogelijk om in planologisch opzicht het dakterras als bouwwerk te scheiden van het bijbehorend bouwwerk waarop het is gerealiseerd.

Legaliseren dakterras

Voor het legaliseren van het dakterras kan met toepassing van artikel 2.12 lid 1 onder a, onder 2° Wabo van het bestemmingsplan worden afgeweken. Er kan dan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c Wabo worden verleend op grond van artikel 4 lid 4 bijlage II Bor (kruimelgeval). Wel moet er getoetst worden aan het gemeentelijke beleid en de goede ruimtelijke ordening.

Dakterras onder de Omgevingswet

Voor het oprichten van een bouwwerk kan een omgevingsvergunning nodig zijn voor meerdere activiteiten. In de Omgevingswet is het oprichten/bouwen van een bouwwerk gesplitst in de activiteiten:
1. Bouwen van een bouwwerk (technisch bouwen); en
2. Omgevingsplanactiviteit (planologisch bouwen/evenwichtige toedeling van functies aan locaties).

Het technisch bouwen is omgevingsvergunningplichtig als dit in de Bbl als omgevingsvergunningplichtig is aangewezen. Die aanwijzing heeft plaatsgevonden in artikel 2.15d van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). In dit artikel wordt in beginsel iedere bouwactiviteit aangewezen als vergunningplichtig en vervolgens worden in datzelfde artikel weer uitzonderingen daarop gemaakt. In feite zou dus kunnen worden gesteld dat het Bbl niet de omgevingsvergunningplichtige maar de -vergunningsvrije gevallen aanwijst. Het realiseren van een dakterras is op basis van dit artikel vergunningplichtig voor het technisch bouwen.

Voor de omgevingsplanactiviteit geldt dat in zowel het omgevingsplan als het Bbl moet worden gekeken of hiervoor een omgevingsvergunning moet worden verleend.
Allereerst zal in het omgevingsplan moeten worden gekeken of de realisatie van het dakterras zonder omgevingsvergunning in het omgevingsplan is toegestaan. Staat het omgevingsplan dit toe, dan is geen sprake van een omgevingsplanactiviteit.
Als sprake is van een omgevingsplanactiviteit dan is hiervoor geen omgevingsvergunning nodig als het gaat om een bouwwerk dat is genoemd in artikel 2.15f Bbl. Het dakterras is daar echter niet als zodanig genoemd.
In de bruidsschat die de gemeenten krijgen van het Rijk zijn ook een aantal regels opgenomen over omgevingsvergunningsvrije omgevingsplanactiviteiten (hoofdstuk 7 Invoeringsbesluit Omgevingswet).
Het gaat hier om een aantal bepalingen die ook in artikel 2 bijlage II van het Bor waren opgenomen.

Als hoofdregel geldt dat het verboden is om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken (artikel 7.1 Invoeringswet Omgevingswet waarbij in het tijdelijke omgevingsplan in artikel 2.2.7.2.1 de binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken is opgenomen).

Vervolgens wordt een uitzondering op die vergunningplicht gemaakt in artikel artikel 7.1 IOw jo. artikel 2.2.7.2.2 tijdelijk deel omgevingsplan. Ook in dit gedeelte wordt het dakterras niet genoemd.

Conclusie

De conclusie is dus dat ook onder Omgevingswet een dakterras omgevingsvergunningplichtig is voor zowel de bouwactiviteit als de omgevingsplanactiviteit bouwwerken.

Ook onder de Omgevingswet is een dakterras omgevingsvergunningplichtig

Wat als u een dakterras toch wil toestaan?

Als u als gemeente in afwijkingen van artikel 2.2.7.2.2 een dakterras omgevingsvergunningsvrij wil kunnen toestaan, dan moeten de regels voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken voor dakterrassen worden aangepast. Op dat moment worden die regels verplaatst van het tijdelijke naar het nieuwe deel van het omgevingsplan.

De nieuwe regels moeten dan ook voldoen aan de nieuwe eisen van het omgevingsplan:
1. In overeenstemming met een evenwichtige toedeling van functies aan locaties;
2. In overeenstemming met instructieregels en instructies van Rijk en Provincie.

Een andere mogelijkheid is om een omgevingsvergunning te verlenen voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Het is dan goed om te beseffen dat een actualiseringsplicht geldt van 5 jaar. Binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van de omgevingsvergunning moet het omgevingsplan daarmee in overeenstemming zijn gebracht. Het kan dus zijn dat u met die wijziging niet kunt wachten tot 1 januari 2029.