De overheid heeft tot doel gesteld om in 2050 een 100% circulaire economie te hebben. Voor (lokale) overheden betekent dat onder andere dat ze circulair moeten gaan inkopen en bouwen. Voor veel organisaties is het nog een zoektocht hoe ze dit moeten doorvertalen in regionale en lokale beleidsplannen. Perceptie dat circulair duurder is, maar ook vragen rond haalbaarheid en onbekendheid met het onderwerp, zijn vaak redenen om er voorlopig nog maar even van af te zien. Zonde, want er zijn al diverse voorbeelden dat het loont!

Ik herken dat gevoel wel. Als jonge student aan de TU Eindhoven had ik in 2008, aan de vooravond van mijn afstuderen, helemaal niets met duurzaamheid. Ik wilde niet beperkt worden in de dingen die ik deed. Niet in werk en niet privé. Tot ik op een avond bij VPRO Tegenlicht een documentaire zag die als uitgangspunt had: afval is voedsel. Die documentaire was voor mij de introductie van circulair denken: het begrip dat je de goede dingen kunt doen voor mens en milieu en daar ook nog eens geld mee kunt besparen en verdienen.

Vanaf 2009 ondersteun ik met mijn collega’s vanuit het C2C ExpoLAB bij het praktisch toepassen van circulariteit in de bouw en (overheids)processen zoals strategiebepaling, aanbesteding en beleid. We staan opdrachtgevers bij in het proces en voorzien waar nodig in advies.

Als organisatie moet je voor jezelf een kader scheppen voor de circulaire uitgangspunten voor de rest van je project.

 

Circulariteit is in de afgelopen 10 jaar veel breder geaccepteerd. Gemeenten, overheden maar ook private organisaties zijn ermee aan de slag gegaan en de vraag is niet meer waarom, maar veel meer hoe deze principes naar de praktijk kunnen worden vertaald. Aan het begin van zo’n proces raad ik altijd aan om eerst te bepalen wat de ambities en doelstellingen zijn, zodat een visie en een strategie kunnen worden ontwikkeld. Er is geen normering, dus als organisatie moet je voor jezelf een kader scheppen voor de circulaire uitgangspunten voor de rest van je project. Een uitgangspunt kan bijvoorbeeld zijn om waar mogelijk circulaire bouw materialen te gebruiken. Die ambities moeten geborgd zijn in de organisatie, zodat je daar altijd naar kunt verwijzen. Op basis van de geformuleerde ambities kan het project worden opgestart. Ik adviseer altijd om te focussen op 3 tot 5 thema’s en daarmee aan de slag te gaan. Als je met elkaar serieus bezig bent, zie je dat het niveau steeds hoger wordt binnen de kaders van het project.

Schulinck heeft mij gevraagd gemeenten te helpen hun ideeën rond circulariteit te concretiseren in een eendaagse cursus. In die cursus willen we nadrukkelijk de verbinding maken tussen circulaire ambities en praktische toepassing. Natuurlijk komt de theorie rond de circulaire economie ter sprake, maar vooral aan de hand van casussen, zodat we direct de praktische vertaalslag kunnen maken. Ook voor uw eigen casus geeft de cursus u de benodigde handvatten om er zelf mee aan de slag te gaan. Het is heel interessant om tijdens de cursus ideeën met mensen van andere organisaties te delen. Maar de training is ook als in company training mogelijk – fijn als u binnen een projectgroep de diepte wilt ingaan.

Ik ben ervan overtuigd dat het de juiste weg is om van circulair en duurzaamheid een onderdeel te maken van het gemeentelijke beleid en de gemeentelijke processen. En ik ben positief gestemd: als iedere gemeente de focus legt op circulariteit, kunnen we heel ver komen!

Meer weten?

Het Rijk heeft, in lijn met het Regeerakkoord, het Grondstoffenakkoord en de Transitieagenda Bouw, het streven om circulariteit meer te stimuleren. In het Rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’ schetst het kabinet hoe we onze economie kunnen ombuigen naar een duurzaam gedreven, volledig circulaire economie in 2050. Het eerste doel is ambitieus maar niet onhaalbaar: 50% minder verbruik van primaire grondstoffen in 2030.

Er wordt momenteel op grote schaal gebouwd en verbouwd. Onderzoek laat zien dat nu slechts 9,1% van de grondstoffen die we jaarlijks delven wordt gerecycled. De rest wordt verbrand, eindigt op de vuilnisbelt of wordt zwerfvuil. De bebouwde omgeving heeft de grootste footprint met 42,5 miljard ton van de 84,4 miljard ton in totaal. 67% van alle broeikasgassen hebben een directe relatie met materiaalmanagement.

Met een circulaire aanpak kan de vraag naar en implementatie van circulaire oplossingen in de bouw flink worden opgeschaald door de inkoopkracht van opdrachtgevers in te zetten. Hiermee zal de sector worden gestimuleerd en gaat de impact met een factor omhoog, waarmee een sneeuwbaleffect wordt gecreëerd door inkoopkracht in te zetten om de circulariteitsdoelen te behalen.

De opleiding ‘Circulair inkopen & bouwen’ van Schulinck heeft als primair doel om relevante kennis op het gebied van circulariteit te delen, vaardigheden bij te brengen en inzicht te geven op welke wijze u praktisch een bijdrage kunt leveren aan een circulaire economie. Deze opleiding geeft u handvatten om zelf praktisch aan de slag te gaan met circulair inkopen én bouwen.