Een gezamenlijke bijstandsuitkering en één van de partners gaat in detentie. Wat betekent dit voor de bijstand?

De kwalificatie als gehuwden

Het college moet beoordelen of men nog gehuwd is voor de Participatiewet. Ik bespreek 2 situaties:

  1. Gehuwden in de zin van het burgerlijk wetboek (of gelijkgesteld)
  2. Samenwonenden (gezamenlijke huishouding)

Situatie 1: gehuwd in de zin van het burgerlijk wetboek

Bart (45) en Emma (47) zijn al 10 jaar gelukkig getrouwd. Op enig moment wordt Emma veroordeeld tot een gevangenisstraf. Zij moet 5 jaar in detentie. Blijven zij gehuwd voor de bijstand of zijn zij duurzaam gescheiden?

 Meestal zullen ze als gehuwden blijven aangemerkt. Bij een duurzaam gescheiden leven moet er namelijk de wil zijn om uit elkaar te gaan én moet ieder een afzonderlijk leven leiden. Zie bijvoorbeeld CRvB 14-2-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:543. Bij detentie is deze wil er niet altijd.

Wat zegt de wetgever?

De wetgever geeft wel ruimte om ook als er nog wel wil is om samen te blijven, toch uit te gaan van een duurzaam gescheiden situatie. Dit is het geval als er een daadwerkelijk beletsel is waardoor redelijkerwijs niet te verwachten is dat samenleving kan worden hervat. Zie TK 2002-2003, 28 870, nr. 3, p. 32-33.

De wetgever noemt hier de voorbeelden van vluchtelingen of duurzame opname van een van de partners in een inrichting. Dus niet detentie. Naar mijn mening kan de situatie soms gelijk worden getrokken. Al is het afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het geval of sprake is van duurzaam verblijf. Zo kijkt de rechter bij duurzaam verblijf in een inrichting bijvoorbeeld naar het wel of niet kunnen bezoeken van de partner in de inrichting. Zie bijvoorbeeld CRvB 9-11-2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BO3524.

Duur gevangenisstraf

Het lijkt er dus op dat duurzaam is gekoppeld aan een mogelijke termijn. Hoe zit dit dan bij detentie?

Tot nu toe heeft alleen de rechtbank zich hierover uitgelaten. De rechtbank stelt dat bij een zeer lange gevangenisstraf, sprake kan zijn van duurzaam gescheiden leven. In deze zaak ging het om 20 jaar. Zie Rechtbank Zeeland-West-Brabant 28-5-2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:2354 met noot van mijn collega Kim Brummans.

In een andere zaak uit 2011 heeft de CRvB geoordeeld dat er bij 2 jaar detentie geen sprake van duurzaam gescheiden leven was. Hier was wel van belang dat er veel bezoek plaatsvond en de gezamenlijke rekening werd gebruikt. Zie onder andere CRvB 25-1-2011, ECLI:NL:CRVB:2011:BP3464.

Ergens tussen de 2 en 20 jaar lijkt dus de grens te liggen.

Situatie 2: een gezamenlijke huishouding

Karel (29) en Simone (28) wonen samen en ontvangen een bijstandsuitkering. Zij voeren een gezamenlijke huishouding. Voor de Participatiewet worden zij daarom als gehuwd aangemerkt (artikel 3 lid 2 onderdeel a Participatiewet). Karel moet voor 6 maanden in detentie. Wat betekent dit voor hun uitkering?

Anders dan in het voorbeeld van Bart en Emma zijn Karel en Simone niet gehuwd. Daardoor staat niet vast dat zij als gehuwden worden aangemerkt. De vereisten van een gezamenlijke huishouding moeten daarom worden nagelopen. Dit zijn er 3:

  1. 2 personen;
  2. Hoofdverblijf in dezelfde woning;
  3. Wederzijdse zorg;

Punt 1 is geen probleem, Karel en Simone zijn namelijk 2 personen. De andere punten zijn wel discutabel.

Hoofdverblijf in dezelfde woning

Nu Karel in detentie zit, is het de vraag waar zijn hoofdverblijf is. De CRvB heeft geoordeeld dat bij langer dan 6 maanden verblijf in detentie het hoofdverblijf niet meer het hoofdverblijf in dezelfde woning is. Zie CRvB 8-1-2002, ECLI:NL:CRVB:2002:AD8575. Maar er is niet gezegd dat als het korter is dan 6 maanden, het hoofdverblijf in dezelfde woning is. Dat iemand tijdelijk ergens anders verblijft, betekent niet meteen dat diegene de wil heeft om zijn woonstede prijs te geven. Vergelijk bijvoorbeeld CRvB 8-10-2019, ECLI:NL:CRVB:2019:3189.

Karel zit precies 6 maanden vast. Dat is niet ‘’langer dan’’. Verder houdt hij zijn woning met Simone aan. Het hoofdverblijf van Karel is daarom niet veranderd en nog altijd in de woning bij Simone.

Wederzijdse zorg

Tot slot moet ook sprake zijn van wederzijdse zorg. Dit is lastiger als men in detentie zit. Samen eten, koken, huishouden doen, etc. gaat namelijk niet. De CRvB heeft geoordeeld dat zorg kan blijken uit een financiële verstrengeling tussen belanghebbende. Maar wel verstrengeling die verder gaat dan alleen het delen van de met wonen samenhangende lasten. Zie CRvB 24-1-2023, ECLI:NL:CRVB:2023:170.

In dit voorbeeld kun je bijvoorbeeld kijken hoeveel bezoek er plaatsvindt en of de gezamenlijke rekeningen nog worden gebruikt en in welke mate men elkaar financieel onderhoud. Met name het bieden van zorg van Simone aan Karel, zelfs financieel, is niet heel voorstelbaar.

Gehuwden zullen meestal gehuwd blijven, tenzij er een zeer lange gevangenisstraf is. Bij een gezamenlijke huishouding zal dit in de regel juist niet zo zijn.

Gevolgen

De gevolgen hangen af van of men gekwalificeerd blijft als gehuwden of niet. Gehuwden zullen meestal gehuwd blijven, tenzij er een zeer lange gevangenisstraf is. Bij een gezamenlijke huishouding zal dit in de regel juist niet zo zijn. Dit is ook logisch, gezien het verschil tussen het sluiten van een huwelijk of geregistreerd partnerschap en alleen samenwonen.

Als de kwalificatie van gehuwden van toepassing blijft betekent dit:

Wordt men alleenstaande voor de bijstand, betekent dit:

  • De vermogensgrens wordt verlaagd naar die van een alleenstaande. Dit kan negatieve gevolgen hebben.
  • De norm wordt aangepast naar die van een alleenstaande. Waarbij het vermogen van de partner in detentie niet meer van belang is voor het recht op bijstand van de ander.

Conclusie

Het is zoals bijna altijd ‘afhankelijk van de omstandigheden van het geval’ of men als gehuwd of alleenstaande moet worden aangemerkt. Een conclusie dus die niet nieuw is: maatwerk.

Meer weten?

Wil je als gemeente op de hoogte blijven van alle actuele ontwikkelingen op het gebied van de Participatiewet? Neem dan een abonnement op onze Kennisbank Participatiewet.