Minister Hugo de Jonge (Ruimtelijke Ordening) heeft de Eerste Kamer niet onjuist geïnformeerd, maar bij een aantal antwoorden op vragen die er over de Omgevingswet leefden, is hij “te kort door de bocht gegaan”. Dat schrijft De Jonge in antwoorden op vragen van de Eerste Kamer. “Het was beter geweest als ik in deze beantwoording genuanceerder antwoord aan u had gegeven.”

De kwestie gaat over de oplevering van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO); cruciaal voor de uitvoering van de Omgevingswet. Die wet bundelt alle wetten en regels op het gebied van ruimtelijke ordening, waardoor het makkelijker is om een vergunning aan te vragen en die sneller te kunnen verlenen. In antwoord op eerdere vragen van de Eerste Kamer stelde De Jonge in mei dat de oplevering van het DSO op schema lag. Dat was echter niet zo en het ministerie wist dat. Dit is begin augustus aan het licht gekomen.

De oppositie in de senaat reageerde als een wesp gestoken en eiste meteen opheldering van de minister. Het is niet de eerste keer dat de minister de Eerste Kamer onvolledig heeft geïnformeerd over de Omgevingswet. Een groot deel van de Eerste Kamer is uiterst kritisch op de beoogde invoeringsdatum van die wet op 1 januari 2023. De Jonge wil vasthouden aan die datum. De invoering is al diverse keren uitgesteld.

Een deel van wat het digitale stelsel moet kunnen – om op 1 januari tot een verantwoorde invoering van de wet over te kunnen gaan -, was in april klaar, schreef De Jonge in mei aan de Eerste Kamer. Daar is later echter nog aan gesleuteld. Over die “nuance”, zoals De Jonge het noemt, heeft hij de Kamer op 3 juni geïnformeerd, maar dat had “explicieter” gemoeten, zegt hij.