De nieuwe wet voor het waarborgen van kwaliteit van nieuwbouwwoningen is nog niet klaar voor invoering op 1 januari 2022. Dat zeggen de Vereniging Eigen Huis (VEH) en de Vereniging Bouw– & Woningtoezicht (BWT). Volgens hen zijn er te weinig proefprojecten uitgevoerd om te kijken of de wet het gewenste effect heeft. Bovendien zien zij een stijging in de kosten van de bouwvergunning voor kopers van nieuwbouwwoningen.

Met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) wordt het toezicht op de kwaliteit van nieuwbouwwoningen vanaf 2022 overgedragen aan zogenoemde private inspecteurs uit de bouwsector. Nu dragen gemeenten die verantwoordelijkheid nog. Controleurs toetsen tijdens de bouw en bij de oplevering van de woning of deze voldoet aan alle bouwtechnische normen zoals voldoende stevigheid, energiezuinigheid en brandveiligheid.

De VEH en BWT vinden dat de invoering van de wet moet worden opgeschort zolang er niet overtuigend is aangetoond dat het nieuwe controlesysteem werkt. Die oproep deden woordvoerders van de organisaties dinsdag tijdens een besloten hoorzitting aan de leden van de Eerste Kamer. Voorlopig zijn er pas zeven proefprojecten afgerond waar de private controleurs toezagen op de bouw en oplevering van nieuwbouwwoningen. Dat zijn er volgens de VEH en BWT veel te weinig. Bovendien gaan de kosten van de bouwvergunningen in de proefprojecten flink omhoog, vaak met een verdubbeling en soms wel meer.

De VEH keurt het experiment met nieuwe wetgeving op bouwkwaliteit af. “Het is al lastig genoeg om voldoende betaalbare en kwalitatief goede woningen te bouwen”, zegt directeur Karsten Klein. “Dit extra risico kunnen we daar niet bij hebben.”

Het ministerie van Binnenlandse Zaken kon nog niet reageren op de oproep van de belangenverenigingen.