De rechtbank in Den Bosch heeft natuurvergunningen vernietigd die de provincie Noord-Brabant verleende aan jongveehouderijen in Budel, Made en Knegsel. Volgens de rechtbank ging de provincie er ten onrechte van uit dat emissiearme stalsystemen zorgen voor minder uitstoot van ammoniak bij jongvee.

De provincie stond middels de natuurvergunning, die toeziet op bescherming van de omliggende kwetsbare natuur, uitbreiding van deze bedrijven toe. Daarop stapten enkele natuurverenigingen met succes naar de rechter.

De betrokken bedrijven hebben een vloer bestaande uit een rooster met rubberen hulpstukken voor de afvoer van urine, om te voorkomen dat die zich mengt met mest. Daarvoor worden de vloeren schoongehouden met een soort trekker genaamd een mestschuif, om op die manier de uitstoot van ammoniak te beperken. De provincie meende dat dit systeem ook zou werken bij jongvee.

Brabant heeft in de provinciale omgevingsverordening (IOV) als enige provincie in Nederland een aparte emissiefactor voor jongvee vastgesteld. Die wijkt af van de landelijke emissiefactor. In Brabant worden melkveehouders verplicht jongvee te gaan houden in emissiearme stallen.

Conform eerdere uitspraken en de uitspraken van de Raad van State van 7 september is de rechtbank van oordeel dat niet zeker is of een emissiearm systeem in elke stal op dezelfde manier presteert. “Dit moet beter worden geregeld in de natuurvergunningen, bijvoorbeeld met voorschriften over het soort veevoer, de oppervlakte per dierplaats of de frequentie van de mestschuif”, aldus de rechtbank vrijdag.

De rechtbank concludeert dat te onzeker is of de afwijkende emissiefactor voor jongvee wel klopt. “In combinatie met de onzekerheid over de prestaties van de stalsystemen, vindt de rechtbank dat de provincie de afwijkende emissiefactor in de IOV in deze gevallen niet had mogen toepassen.”

De provincie moet nu gaan bekijken of de verplichtingen in de IOV rond het emissiearm huisvesten van jongvee wel kunnen worden gehandhaafd, aldus de rechtbank.