Stoppersregelingen hebben impact op toekomst landelijk gebied

Omgevingsrecht

De goedkeuring door de Europese Commissie van 2 beëindigingsregelingen voor agrarische ondernemers is een belangrijke stap naar een toekomstbestendig landelijk gebied. Daarbij is het verlagen van de stikstofdepositie van agrarische bedrijven op kwetsbare natuurgebieden een eerste stap.

Duidelijkheid voor ondernemers en gemeenten

De Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus)  en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) maken onderdeel uit van de aanpak om de stikstofneerslag aanzienlijk te kunnen verminderen. De regelingen moeten nog verder worden uitgewerkt. Openstelling van beide regelingen is voorzien op 1 juli dit jaar.

Gemeenten kunnen als eerste overheid ondernemers ondersteunen en adviseren na beëindiging van hun bedrijf, vanuit hun rol in de planologische herbestemming, vergunningverlening en handhaving. Met de kennis van ondernemers over het gebied verwachten gemeenten veel vragen over wat wel of niet mogelijk is. Voor ondernemers is het belangrijk dat zij alle opties voor beschikbare regelingen kunnen verkennen voordat zij een keuze maken. Het is dan van belang dat gemeenten hen snel en deskundig adviseren.

Brede blik nodig

Bij de uitwerking van de regelingen moet volgens ons niet alleen naar vermindering van stikstofdepositie worden gekeken, maar ook naar de doelen voor klimaat, water en leefbaarheid (onder andere fijnstof en geur) en brede welvaart in het gebied. Dat kan door integraal naar een gebied te kijken en sociaaleconomische factoren mee te nemen, zoals een loopbaantraject voor de deelnemende ondernemer. Ook is het belangrijk om oog te hebben voor ruimtelijke kwaliteit (bijvoorbeeld het tegengaan van verrommeling), en op welke manier de leefbaarheid voor inwoners in een gebied verbeterd kan worden. Denk bijvoorbeeld aan het beperken van geuroverlast.

Voor gemeenten is het belangrijk dat de regelingen onderdeel zijn van een gebiedsproces, waarbij aandacht is voor de sociaal economische effecten van alle maatregelen. De VNG neemt het aanbod van minister Van der Wal om in gesprek te gaan over een succesvolle uitvoering van de aanpak piekbelasting dan ook met open armen aan.

Aansluiten op gebiedsprocessen

Het stoppen van agrarische bedrijven kan ook impact hebben op andere lopende processen in het gebied. Als een boer gebruik maakt van de regeling kan dat versterkend werken voor gebiedsprocessen. Bijvoorbeeld doordat er ruimte komt voor extensivering of verplaatsing van andere bedrijven. Stoppersregelingen moeten daarom goed verbonden zijn met de gebiedsprocessen. Het rijk moet daarbij de kaders geven.

Van belang is dat gemeenten in contact komen met regionale uitvoeringsteams van de aanpak piekbelasting, om samen de uitvoering van de regelingen voor te bereiden en zo samen de eerste stap te kunnen zetten naar een toekomstbestendig landelijk gebied. De VNG brengt binnenkort een handreiking voor gemeenten uit over de beëindigingsregelingen.