Met de komst van de Omgevingswet staan er ook enkele nieuwe wetten op stapel waaronder de Aanvullingswet Grondeigendom. In deze Aanvullingswet worden de instrumenten voor grondbeleid vernieuwd en benoemd. Het doel van de Aanvullingswet Grondeigendom is om instrumenten met betrekking tot grondbeleid geschikt te maken voor toepassing middels de Omgevingswet. 

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur

De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) is het onafhankelijke strategische adviescollege voor regering en parlement op het gebied fysieke leefomgeving en adviseert over langetermijnvraagstukken. Deze adviezen hebben tot doel om bij te dragen aan de verdieping en verbreding van het politiek en maatschappelijk debat en de kwaliteit van besluitvorming. 

De raad heeft zichzelf tot doel gesteld om de wetgever tijdens het wetgevingsproces bij te staan in het maken van goede regelgeving.  

Grondbeleid

Met de Omgevingswet gaat het voor gemeenten mogelijk worden om een grondbeleid te voeren dat past bij haar publieke opgaven. En waar een grondbeleid geldig is zijn er ook private partijen die daar gebruik van maken. Beleid heeft pas nut als die private partijen als gebruikers van dit beleid het kunnen begrijpen en de mogelijkheden in dit beleid ten volle kunnen benutten. 

Concreet moet er worden gedacht aan de sloopopgave in krimpgebieden, binnenstedelijke transformaties, de verwezenlijking van nieuwe woongebieden, de herstructurering van bedrijventerreinen, de aanpak van leegstaande kantoren en het behoud van aantrekkelijke winkelgebieden. 

Instrumentarium 

De omgevingswet introduceert het instrument van de stedelijke herverkaveling naast de al bestaande instrumenten onteigening, voorkeursrecht en herverkaveling in het landelijk gebied. 

Stedelijke herverkaveling maakt het mogelijk om grond en vastgoed in steden vrijwillig te ruilen wanneer bestaande eigendomsverhoudingen het realiseren van initiatieven blokkeren. 

Vraagstelling

De RLi geeft in haar publicatie aan dat het advies is opgesteld aan de hand van de volgende vragen: Is of de gereedschapskist van het grondbeleid ook op de langere termijn voldoende is om de benodigde transities te doen slagen en de kwaliteit van de ruimte te bevorderen? Werkt het instrumentarium zowel in tijden van hoog- als laagconjunctuur? En helpen de instrumenten bij de aanpak van gebiedsontwikkeling zowel in regio’s met met een hoge economische druk als in krimpgebieden? Deze vragen hebben geleid tot de centrale vraagstelling voor dit advies: Biedt het neuwe grondbeleidsinstrumentarium voldoende mogelijkheden voor betrokken partijen voor het realiseren van maatschappelijke opgevan binnen het domein van een duurzame leefomgeving? En zo nee, wat is aanvullend nodig? 

Uitdagingen in het ruimtelijk beleid 

De Rli heeft vijf belangrijke uitdagingen in het ruimtelijk beleid geselecteerd waarover zij adviseert aan regering en parlement. Het betreft energietransitie, verduurzaming landelijk gebied, versterking van de kracht van de stedelijke regio, circulaire economie en transformatie van vastgoed in de stad. Deze onderwerpen zullen meer en meer onder verantwoording van met name gemeenten gaan vallen. Hoewel minder vaak in het nieuws en daarmee onbekender is de Aanvullingswet grondeigendom zeer belangrijk. 

Doel, werkbaarheid en verbetering

Het doel van het advies is om te beoordelen of de Aanvullingswet Grondeigendom voldoende mogelijkheden geeft om publieke opgaven te kunnen oplossen. De raad kijkt met haar advies niet alleen naar de nabije toekomst maar wil ook onderzoeken of de instrumenten werken zoals voorzien wanneer de Omgevingswet eenmaal geldig en toepasbaar is. Zij stelt zich daarbij ook weer enkele vragen:  Worden de decentrale overheden voldoende uitgerust bij het voeren van een faciliterend grondbeleid en uitnodigingsplanologie? Is daarbij maatwerk mogelijk, gezien de grote variëteit aan publieke en private eigendomsposities? Zijn er mogelijk averechtse effecten te verwachten? 

Meer informatie is te vinden op http://www.rli.nl/Werk-in-uitvoering/advies-over-instrumenten-uit-de-aanvullingswet-grondeigendom