Bij de presentatie van de resultaten van de 2018-editie van het Woon Onderzoek Nederland (WoON) gaf de minister aan dat de provincies een actieve rol moet spelen. Of het nu gaat om extra woningen in stedelijke gebieden of de aanpak in krimpgebieden. De minister roept de provincies op meer plancapaciteit vast te leggen dan strikt nodig is en lokale partijen voldoende ruimte te geven voor bouwplannen die snel te realiseren zijn. Met de 5 regio’s waar de vraag het hoogst is, maakt de minister afspraken over versnelling en de aanpak van excessen. 

Resultaten onderzoek

De resultaten van het WoON zijn samen met aanvullende rapportages vandaag door minister Ollongren gepubliceerd.

  • In vergelijking met 2015 is het aantal verhuisde huishoudens met 30 procent gestegen. 
  • Het aantal starters dat een woning kocht, steeg van 25 naar 31 procent. 
  • Koopstarters in regio’s met een gespannen markt wijken vaak uit naar middeldure huurwoningen. 
  • De vraag naar eensgezinskoopwoningen is hoger dan het aanbod. 
  • De groep die zegt ‘beslist’ te willen verhuizen blijft constant op 1 miljoen huishoudens.
  • In de huursector daalt het aantal scheefwoners.  Het aantal goedkope scheefwoners is gedaald van 75.000 huishoudens naar 457.000 huishoudens.
  • Het aantal mensen dat een relatief dure sociale huurwoning kreeg toegewezen, nam af met ongeveer 56.000 huishoudens naar ongeveer 346.000 huishoudens.
  • Het deel van het inkomen dat huurders en woningeigenaren kwijt zijn aan huur of hypotheek en bijkomende uitgaven zoals gas en licht, is de afgelopen drie jaar licht gedaald. 
  • De vraag naar woningen blijft de komende jaren stijgen door de groei van het aantal huishoudens.
  • Het woningtekort is nu 279.000 woningen. Dat is 3,6 procent van de woningvoorraad. 
  • In de periode tot 2030 zullen er volgens de Primos-prognose 777.000 woningen bijkomen. Het tekort komt dan uit op minder dan 2,5 procent. 
  • Voor het inlopen van de tekorten is het van belang dat de stijgende lijn in de bouwproductie wordt vastgehouden en dat er voldoende bouwgrond (plancapaciteit) is. 

Reactie minister

In de jaarlijkse ‘Staat van de Volkshuisvesting’ die binnenkort verschijnt, reageert de minister op de uitkomsten van de verschillende onderzoeken.