Een nieuwe handreiking over geur door de industrie helpt gemeenten, provincies en omgevingsdiensten keuzes te maken over geur in het omgevingsplan en bij het opstellen van beleid en beleidsregels.

De Handreiking geur industrie gaat over hoe u op basis van de Omgevingswet kunt omgaan met de geur van industriële activiteiten bij het vaststellen van:

  • regels van het omgevingsplan
  • geurbeleid
  • aanvaardbaar geurhinderniveau

Er zijn 3 aanleidingen voor het opstellen van deze handreiking:

Hedonische waardebepaling ingetrokken

Voorheen werd een methode gebruikt om de zogenoemde hedonische waarde te bepalen: de mate van (on)aangenaamheid van de geur. Nu deze methode is ingetrokken, is er behoefte aan een alternatieve methode om rekening te houden met geur bij het beoordelen van bestaande of voorgenomen industriële activiteiten.

Geurbeleid stroomlijnen

In Nederland hebben 9 van de 12 provincies een eigen geurbeleidskader vastgesteld, en daarnaast zijn er regio’s en gemeenten met een eigen geurbeleid. Deze handreiking geeft een voorzet om het geurbeleid te stroomlijnen.

In werking treden artikel 5.92 Besluit kwaliteit leefomgeving

Volgens de instructieregels in artikel 5.92 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) moet het omgevingsplan erin voorzien dat de geur door een activiteit op geurgevoelige gebouwen aanvaardbaar is. De handreiking doet voorstellen om deze instructieregels in te vullen.

Voorstellen, geen richtlijn

De handreiking bevat concrete voorstellen, maar deze zijn niet bindend. Het is aan gemeenten en provincies om te bepalen of en hoe ze gebruik maken van deze handreiking. En de handreiking sluit aan bij de methodiek uit de VNG Handreiking Activiteiten en milieuzonering, maar het is ook mogelijk om de handreiking over geur te gebruiken zonder deze methodiek.