Brijn is een restproduct als grondwater bereid wordt voor bepaalde toepassingen. Het wordt ook brijnwater genoemd en heeft een relatief hoog zoutgehalte. Onlangs zijn nieuwe pagina’s gepubliceerd over het lozen van brijn onder de Omgevingswet.

Brijn kan ontstaan bij bijvoorbeeld de bereiding van drinkwater, gietwater voor gewassen, of voor koelwater uit grond- of oppervlaktewater. Wanneer het water wordt bereid, blijft het zoute restproduct brijn over. Dat mag alleen worden geloosd onder de juiste vergunning of maatwerkbesluit.

Activiteiten uitgesplitst

Onder de uitleg van de bestaande regelgeving is het lozen van brijn vooral toegelicht voor de landbouw en de veeteelt. De laatste jaren zijn er echter steeds meer toepassingen gekomen waarbij brijn als restproduct kan ontstaan. Bijvoorbeeld in het gebruik van koelwater voor datacenters of bij het gebruik van grondwater in autowasstraten. Maar ook bij de bereiding van drinkwater – met name als daar dieper liggend grondwater voor wordt gebruikt – kan brijn vrijkomen.

Vandaar dat nu in de uitleg van de vernieuwde regelgeving onder de Omgevingswet (vanaf 1 januari 2024) de verschillende activiteiten meer zijn uitgesplitst. Voor alle activiteiten waarbij brijn kan ontstaan, zijn de regels uitgelegd op de nieuwe pagina’s over brijn. U vindt er ook hoe u een vergunning of maatwerkbesluit kunt aanvragen om brijn te kunnen lozen. De gemeente is bevoegd gezag voor lozingen in de bodem en op de riolering.