‘Voorheen hadden de RIO’s een meer coachende rol’, aldus Léon Evers, Regionale Implementatiecoach Omgevingswet (RIO). ‘Nu de meeste ketenpartners op stoom komen, krijgen we een meer sturende rol in het implementatieproces.’ Evers vertelt hoe de rol van de RIO is veranderd.

Een RIO ondersteunt overheden bij de implementatie van de Omgevingswet. Landelijk zijn er 12 RIO’s, waarvan elk werkzaam is in meerdere regio’s. Léon Evers is RIO voor de regio’s Haaglanden en Rotterdam Rijnmond. Hij legt uit: ‘Een meer sturende rol betekent bijvoorbeeld dat we toetsen of bevoegd gezagen – meestal gemeenten – doen wat we in regionaal verband hebben afgesproken. We spreken partijen erop aan als dat niet het geval is of als belangrijke zaken blijven liggen.’

Partijen met elkaar verbinden

RIO’s zijn het vaste aanspreekpunt voor de ketenpartners in een regio over alle zaken rond de implementatie van de Omgevingswet. Die ketenpartners zijn gemeenten, provincies, Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD’en), veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten en waterschappen. De RIO’s vormen de verbindende schakel tussen deze regionale partijen. Landelijk werken zij samen met onder andere de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal overleg, de Unie van Waterschappen en (experts van) het programma Aan de slag met de Omgevingswet.

De RIO’s ontmoeten elkaar wekelijks (al dan niet online) om hun ervaringen te delen en kennis uit te wisselen. Voor de snelle vragen tussendoor hebben ze een appgroep. Evers:
‘Iedere RIO heeft specifieke kennis en ervaring, van onderdelen van het ruimtelijke domein tot en met het digitale stelsel, zodat we elkaar goed aanvullen. We delen wat goed gaat en wat minder goed gaat. We hebben een hecht team, waarin iedereen elkaar helpt en motiveert. Door recente instroom van nieuwe RIO’s ontstaat er een nieuwe dynamiek, die inspirerend is en nieuwe gezichtspunten oplevert. Vertrokken RIO’s blijven veelal op een of andere manier toch verbonden aan het Omgevingswetprogramma.’

Noodzakelijke stappen zetten

Per organisatie maken de RIO’s en de experts van die organisatie een overzicht van wat die organisatie helpt om de noodzakelijke stappen te kunnen zetten. Daarnaast blijven zij de ketenpartners stimuleren om het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) te testen en te oefenen met het onder meer het omgevingsplan en het vergunningenproces. ‘Er zijn volop mogelijkheden om dat te oefenen’, zegt Evers, ‘bijvoorbeeld aan de computer met een klikdemo of samen met anderen in een van onze thematische werkplaatsen, zoals het dierenpension. Heel belangrijk in het leerproces zijn de landelijke Inspiratiedagen maar ook de regionale Ketendagen, waar alle ketenpartners samenkomen en zowel eenvoudige als complexe vraagstukken oppakken. Dan zie je waar nog eventuele knelpunten zitten en welke onderwerpen extra aandacht nodig hebben.’

‘Zo zorgen we er samen voor dat het Omgevingsloket werkt wanneer de Omgevingswet in werking treedt op 1 januari 2023′, aldus Evers. Het Omgevingsloket maakt het eenvoudiger voor burgers en bedrijven om vergunningen aan te vragen. Voor overheden wordt het makkelijker om vergunningen te verlenen, toezicht te houden en de regels te handhaven. Intussen is er in de regio’s en bij de gemeenten veel kennis opgebouwd. Evers kijkt al naar de toekomst: ‘Het is belangrijk dat die kennis niet verloren gaat, als de Omgevingswet eenmaal staat. Op de lange termijn zullen gemeenten die kennis bij een manager ‘in de lijn’ gaan borgen.’