Om de huiver voor de aankoop en plaatsing van flexwoningen weg te nemen, komt minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) met een aantal maatregelen om financiële risico’s hiervoor te verkleinen. Een daarvan is financiële compensatie als het niet lukt om een flexwoning te herplaatsen, nadat zij zo’n vijftien jaar op een bepaalde locatie heeft gestaan. De doelstelling voor dit jaar wordt bij lange na niet gehaald.

Voor deze herplaatsingsgarantie heeft het kabinet 220 miljoen euro vrijgemaakt. Ook gemeenten, investeerders en woningcorporaties dragen financieel bij aan deze compensatieregeling.

Voordat op compensatie aanspraak kan worden gemaakt, moet eerst alles in het werk zijn gesteld om de flexwoning elders in de regio of eigen provincie een tweede leven te geven. Als dat niet lukt, wordt een ‘marktmeester’ ingezet die in heel het land op zoek gaat naar een nieuwe plek. Als ook deze bemiddeling niet tot herplaatsing leidt, krijgt de investeerder van de flexwoning een financiële compensatie.

De Jonge neemt deze maatregelen om de bouw en plaatsing van flexwoningen te versnellen. Hij hoopte dat er dit jaar 7500 flexwoningen zouden verrijzen. Het worden er naar verwachting “een kleine 5000”, schrijft De Jonge aan de Tweede Kamer.

De minister heeft over de contouren van de afspraken overeenstemming bereikt met de koepel van woningcorporaties Aedes en met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Met dit akkoord “komt het doel om snel meer flexwoningen te kunnen realiseren veel dichterbij”, schrijft De Jonge.

Het bouwen en plaatsen van flexwoningen is een van de manieren om het tekort op de woningmarkt te verminderen. Eerder al riep de minister een stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen in het leven, waarvoor 100 miljoen euro beschikbaar is. Ook is er een Taskforce Tijdelijke Huisvesting ingesteld om de bouw van flexwoningen te stimuleren. Daarnaast gaat Aedes op korte termijn minimaal 8000 flexwoningen inkopen.

Flexwoningen staan zo’n tien tot vijftien jaar op een locatie en kunnen daarna op een andere locatie worden hergebruikt. Na die eerste periode is de investering nog niet terugverdiend en leidt die zonder herplaatsingszekerheid tot een financieel risico voor gemeenten, woningcorporaties of andere investeerders, stelt De Jonge. De herplaatsingsgarantie zorgt er volgens de bewindsman voor dat corporaties kunnen blijven investeren in flexwoningen.

De minister gaat ervan uit dat de doelstelling van 37.500 flexwoningen eind 2024 wordt gehaald.