Nederland staat voor grote opgaven op het gebied van stikstof, klimaat en waterkwaliteit. Evenwichtig en perspectiefvol landbouw – en natuurbeleid zijn van groot belang om deze opgaven het hoofd te bieden. In de begroting voor 2022 van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) krijgen boeren, tuinders, akkerbouwers, vissers en natuurbeheerders steun – in beleid en in financiën – om met deze opgaven aan de slag te gaan. De begroting bedraagt komend jaar een kleine 2 miljard euro.

Toekomstbestendige landbouw

De Nederlandse landbouw, tuinbouw en visserij zijn van grote waarde. Hoogwaardige productie gaat samen met een hoog niveau van kennis, technologie en innovatie. Dit draagt bij aan de verdere verduurzaming van de diverse ketens en sectoren. Ondanks grote inspanningen van de afgelopen jaren zijn extra stappen nodig om duurzaamheidsdoelen te halen.

Met de omslag naar kringlooplandbouw werken we aan efficiënt gebruik van grondstoffen en een productie die samen gaat met de natuur. Daarbij is het belangrijk om gestelde doelen helder door te vertalen naar gebieden en bedrijven. LNV ontwikkelt een set kritische prestatie indicatoren (KPI’s), die duidelijkheid biedt over de duurzame prestaties die van ondernemers verwacht worden én over de wijze waarop zij voor die prestaties een beloning krijgen. Vanaf 2022 zullen deze KPI’s – om te beginnen in regionale pilots – toegepast worden.’

Marktpartijen, consumenten en overheden hebben allemaal een verantwoordelijkheid dat duurzame inzet gaat lonen – ook voor de boer die het voedsel produceert. Met het Omschakelprogramma (175 miljoen euro) biedt LNV ondersteuning in de financiering die nodig is voor het maken van de omslag naar toekomstbestendige landbouw.

Natuur en klimaat

Natuur en biodiversiteit staan overal ter wereld, maar zeker ook in Nederland, onder druk. Zonder goed functionerende ecosystemen komt onze natuur, en daarmee ook onze voedsel- en drinkwatervoorziening, in gevaar. We versterken de natuur en biodiversiteit onder meer door samen met provincies invulling te geven aan het programma Natuur (gemiddeld 300 miljoen euro per jaar tot 2030)  en in die periode 37.000 hectare nieuw bos te realiseren. Daarnaast bewegen we naar een natuurinclusieve samenleving met provincies en private partijen met de Agenda Natuurinclusief.

In 2022 moet het tempo van de uitvoering van het Klimaatakkoord flink omhoog. De Europese Unie besluit in 2022 op welke wijze de lidstaten gezamenlijk de overeengekomen 55% reductie van broeikasgasemissies moeten realiseren. Dan wordt ook duidelijk wat de consequenties van het Europees klimaatbeleid zijn voor de landbouw en het landgebruik in Nederland. Om hier op in te kunnen spelen, verkent LNV aanvullende maatregelen en instrumenten op de thema’s veehouderij, veenweiden, glastuinbouw en voedsel. Uitgangspunt daarbij is dat de te verkennen maatregelen structureel effectief zijn en dat ze onderdeel zijn van de transitie naar een meer duurzame landbouw om in de periode ná 2030 te komen tot het gestelde doel: klimaatneutraal in 2050.

Europa en visserij

Op 1 januari 2023 treedt het nieuwe Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in werking, voor 1 januari 2022 dient Nederland een Nationaal Strategisch Plan (NSP) op te stellen over de specifieke Nederlandse invulling voor de periode 2023-2027. Nederland werkt aan een verschuiving van middelen voor inkomensondersteuning naar doelgerichte betalingen voor agrariërs die bijdragen aan duurzame doelen. Dat is in lijn met het Nederlandse landbouwbeleid en Europese ambities, zoals de Green Deal van de Europese Commissie en de Farm-to-Fork-strategie.

De visserijsector kampt met veel veranderingen, de ruimte op de Noordzee is beperkt en de gevolgen van de Brexit doen zich gelden. De uitvoering van afspraken uit de Kottervisie en het Noordzeekakkoord resulteren de komende jaren in een kleinere, maar wel meer duurzame en rendabele visserijsector. Middelen uit de Brexit Adjustment Reserve, de compensatiegelden voor de Brexit, zet LNV in voor maatregelen om de vloot in balans te brengen met toekomstige vangstmogelijkheden. Samen met de kottervissers maakt LNV een Innovatieagenda, gericht op minder bodemberoering, minder uitstoot van broeikasgassen en beter selectief vissen.

Structurele aanpak stikstofproblematiek

De omvangrijke stikstofproblematiek is in tientallen jaren ontstaan en niet binnen enkele jaren opgelost. Om de stikstofproblematiek aan te pakken is het nodig dat de stikstofdepositie afneemt en de natuur verbetert. Met de Wet Stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn), die het afgelopen jaar is aangenomen, implementeert LNV in 2022 een pakket stikstofreducerende (bron)maatregelen voor het behoud, herstel en bescherming van kwetsbare natuur. Dat zorgt ook voor economisch perspectief en maakt het mogelijk dat de zogenoemde PAS-melders een natuurvergunning krijgen. Hiervoor is eerder al 5 miljard euro uitgetrokken voor de periode tot 2030. Om de natuur te versterken en vergunningverlening op gang te houden, is op termijn extra inzet nodig.

Werken aan waterkwaliteit

Hoewel flinke slagen zijn gemaakt, is de verdere verbetering van de waterkwaliteit de afgelopen jaren uitgebleven. Om het tij te keren, is een maatregelenpakket voorgesteld voor de landbouw voor de periode 2022–2025. Dat pakket (7e actieprogramma Nitraatrichtlijn) is een mix van faciliteren en verplichten, waaronder het verplichten van duurzame bouwplannen waarin er meer geroteerd wordt met verschillende gewassen. Het 7e actieprogramma heeft impact – in de uitwerking van het programma bekijkt LNV samen met de keten hoe we gevolgen kunnen opvangen.

Dierenwelzijn en -gezondheid

In het verlengde van natuur, milieu en klimaat werken we verder aan duurzame veehouderij met gezonde dieren en oog voor dierenwelzijn. Komend jaar spant het ministerie zich dan ook in voor de aanpak van stalbranden en verbetering van dierenwelzijn tijdens hitteperiodes. Dat geldt eveneens voor acties ter verbetering van het slachtsysteem. Om het risico op het ontstaan en de verspreiding van zoönosen te beperken, versterkt LNV, samen met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), het zoönosebeleid. Het recent opgeleverde rapport ‘Zoönosen in het vizier’ van de expertgroep zoönosen is daarbij het uitgangspunt.