Het kabinet wijst zogenoemde nutriënten verontreinigde gebieden (NV-gebieden) aan waar agrarische bedrijven extra stappen moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze verplichting volgt uit de vorig jaar verkregen derogatiebeschikking van de Europese Commissie. Die beschikking staat toe dat boeren nog enkele jaren extra mest mogen uitrijden, onder voorwaarde dat kwetsbare (water)gebieden sneller op een gezond niveau komen. De aanwijzing gaat in per 1 januari 2024.

Bedrijven in de NV-gebieden die gebruikmaken van derogatie, moeten de hoeveelheid extra dierlijke mest die zij over hun percelen uitrijden sneller afbouwen dan in de rest van Nederland. Daarnaast mag op alle percelen in de NV-gebieden 5% minder stikstof worden geplaatst (dierlijke mest en kunstmest). Dat schrijft minister Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in een brief aan de Tweede Kamer.

De aanwijzing van NV-gebieden geeft aan op welke percelen boeren een stap extra moeten zetten om de waterkwaliteit te verbeteren. Deze gebieden bevatten een te grote hoeveelheid stikstof en/of fosfor in het water. Dit komt onder meer uit (dierlijke) mest die over het land wordt uitgereden en waarvan stikstof en/of fosfor uitspoelen in het water. Daarom is in de derogatiebeschikking met de Europese Commissie afgesproken dat Nederland stappen zet om de waterkwaliteit te verbeteren.

De minister zal de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) vragen in kaart te brengen  welke maatregelen boeren individueel of in samenwerking kunnen nemen om de waterkwaliteit in hun gebied te verbeteren. Minister Adema wil met dat advies nader bekijken hoe boeren te informeren en te ondersteunen in dit proces.