De Nederlandse autoriteiten moeten meer doen om geweld tegen kinderen in gesloten jeugdzorginstellingen tegen te gaan. Dat stelt het Comité tegen marteling van de Raad van Europa, die in oktober jeugdzorginstellingen in Harreveld (Gelderland), Leidschendam (Zuid-Holland) en Cadier en Keer (Limburg) bezocht.

De meeste kinderen die het Comité sprak gaven aan goed behandeld te worden door het personeel, dat ook snel ingreep als er geweld uitbrak tussen kinderen zelf. Meerdere kinderen en jeugdzorgmedewerkers gaven echter ook aan dat kinderen soms nog altijd op een pijnlijke en hardhandige manier worden vastgehouden, terwijl dat eigenlijk niet mag.

Het Comité ziet daar mogelijk een schending van het Verdrag voor de Rechten van de Mens in.

Sinds januari 2024 gelden er nieuwe regels omtrent het hardhandig en pijnlijke vasthouden van kinderen in de jeugdzorg. Het Comité ziet echter dat die niet altijd worden nageleefd, met name vanwege veiligheidsoverwegingen van het personeel. Ook is er verwarring over de regels en hoe kinderen precies mogen worden vastgehouden.

Het Comité roept Nederland op meer te inspecteren en een goedwerkend klachtenmechanisme op te tuigen om eventueel geweld in de jeugdzorg in kaart te brengen. Daarbij zegt het ook te weten dat in de jeugdzorg beperkt financiële middelen zijn om dit te doen. De Raad heeft een verklaring van Nederland gedeeld waarin het kabinet zegt met de aanbevelingen van het Comité aan de slag te gaan.