In 2024 kregen bijna 1,3 miljoen mensen zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), 11 procent meer dan in 2019. Vooral meer jongvolwassenen kregen hulp. Dit blijkt uit de laatste cijfers van de Gemeentelijke monitor sociaal domein en het CBS.
In de Wmo 2015 is vastgelegd dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het bieden van hulp en ondersteuning aan inwoners die dat nodig hebben. Er zijn verschillende maatwerkvoorzieningen, zoals Hulp bij het huishouden (bijvoorbeeld bij het schoonmaken van het huis), Ondersteuning thuis (zoals begeleiding in het dagelijks leven) of het aanbieden van hulpmiddelen als een rolstoel of traplift.