Het tweede aanvraagtijdvak voor het STAP-budget genoot opnieuw grote belangstelling. Uit de voorlopige cijfers blijkt dat een kleine 44.000 mensen met behulp van STAP kunnen beginnen aan een opleiding of cursus.

Het gemiddelde subsidiebedrag lag rond de 800 euro. Net als bij het eerste aanvraagtijdvak is er zowel op opleidingsniveau als leeftijd gespreid gebruik gemaakt van het budget. 56% van de aanvragers heeft maximaal een mbo-achtergrond en 23% is 50 jaar of ouder.

Verder hebben de aanvragers diverse posities op de arbeidsmarkt. Met name werkenden (bijna 80%) maken gebruik van STAP, waarvan een aanzienlijk deel flexwerkers. Opnieuw zijn de meeste aanvragers (24%) werkzaam in de sector Zorg. Deze resultaten deelde minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) vandaag met de Tweede Kamer.

Met het tweede aanvraagtijdvak van STAP kwam er 36 miljoen euro vrij voor financiële hulp bij scholing (het totale budget voor 2022 is 160 miljoen euro). Momenteel staat er ruim 80.000 opleidingen van bijna 600 opleiders in het scholingsregister.

Het kabinet wil scholing met publieke financiering voor een brede doelgroep mogelijk maken. Daarom is per 1 maart het STAP-budget gestart. Via STAP kunnen volwassenen, met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt, jaarlijks aanspraak maken op maximaal 1.000 euro financiële hulp bij het bekostigen van scholing. Deze nieuwe regeling is laagdrempeliger dan de eerdere fiscale aftrek scholingskosten doordat mensen geen bedrag meer hoeven voor te schieten. Daardoor is STAP toegankelijker voor mensen met lagere inkomens en ouderen.