De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 2 november 2022 haar advies vastgesteld over het wetsvoorstel voor een huurverlaging in 2023 voor huurders met een lager inkomen die huren bij een woningcorporatie. Het advies is op 7 november 2022 openbaar gemaakt en gepubliceerd op de website van de Raad van State.

Inhoud wetsvoorstel

Het wetsvoorstel regelt een huurverlaging in 2023 voor huurders met een inkomen tot 120% van het zogenoemde minimum-inkomensijkpunt. Voorwaarde voor de huurverlaging is dat de woning wordt gehuurd van een woningcorporatie. De huur wordt verlaagd tot maximaal € 562,65 per maand. De regering wil met dit voorstel betalingsproblemen voorkomen door onder andere de hoge inflatie.

Advies

De Afdeling advisering snapt dat de regering zich vanwege de uitzonderlijke economische omstandigheden extra inspant om betaalbaarheid van woonlasten te waarborgen. Toch adviseert zij de regering om het wetsvoorstel in de huidige vorm te heroverwegen.

Ongelijke behandeling

De Afdeling advisering vraagt hoe dit wetsvoorstel zich verhoudt tot andere recente maatregelen die zich richten op het verbeteren van de financiële positie van kwetsbare huishoudens. Het is onduidelijk of met dit voorstel de betaalbaarheid van woonlasten wordt aangepakt voor de groep die het meest kwetsbaar is. De regering geeft daarin in de toelichting bij het wetsvoorstel onvoldoende inzicht. Daarnaast moet de regering beter uitleggen waarom de regeling beperkt is tot huurders van woningcorporaties. Hierdoor worden vergelijkbare groepen met lage inkomens die huren bij andere partijen uitgesloten. Het advies aan de regering luidt dan ook om in de toelichting van het wetsvoorstel een rechtvaardiging te geven voor deze ongelijke behandeling. Als dit niet mogelijk is, dan adviseert zij het voorstel te heroverwegen.

Huurtoeslag

Het is onduidelijk waarom de regering voor dit doel de huurtoeslag niet gebruikt. De huurtoeslag bestaat al jaren als instrument om te waarborgen dat huishoudens met lage inkomens in betaalbare woningen kunnen wonen. Bovendien worden hiermee ook huurders met lage inkomens geholpen die niet huren bij een woningcorporatie. Ook wijst de Afdeling advisering erop dat er bij de voorgestelde regeling een verrekening plaatsvindt, waardoor netto minder dan de helft van de gemiddelde huurverlaging overblijft voor de huurder. Zo’n verrekening gebeurt niet bij huurtoeslag. De Afdeling advisering vraagt de regering daarom om uit te leggen waarom niet is gekozen voor verhoging van de huurtoeslag als alternatief.

Vrij verkeer van diensten en kapitaal

Een wettelijke huurprijsverlaging kan een belemmering van het Europeesrechtelijke diensten- en kapitaalverkeer opleveren. Dit geldt vooral bij huur in de commerciële tak van een woningcorporatie. De regering wordt dan ook geadviseerd om de verenigbaarheid van het wetsvoorstel met het vrij verkeer van diensten en kapitaal te motiveren.

Uitvoering

Met het oog op de uitvoering van het wetsvoorstel vraagt de Afdeling advisering tot slot aandacht voor de financiële gevolgen van het wetsvoorstel voor individuele woningcorporaties en de uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst.