Een analyse van het op statushouders gerichte beleid en wat er nodig is om dit beleid te verbeteren

De nieuwe inburgeringswet gaat per januari 2022 in en moet veel van de knelpunten in het huidige inburgeringsbeleid wegnemen. Of de hoge verwachtingen van de nieuwe wet ingelost kunnen worden, hangt af van een voortvarende uitvoering van het nieuwe beleid. Omdat gemeenten een regierol krijgen in de uitvoering van de nieuwe wet, wijst het SCP er op basis van eerder onderzoek op dat decentralisaties zoals de WMO, Jeugdwet en Participatiewet niet altijd opleverden wat werd beoogd. Naast een effectieve uitvoering van het nieuwe inburgeringsbeleid dient ingezet te worden op een kort en actief opvangbeleid, tijdige signalering van gezondheidsproblemen en toegankelijk onderwijs voor een goede integratie van statushouders. Dat blijkt uit de policy brief ‘In uitvoering. Een analyse van het op statushouders gerichte beleid en wat nodig is om dit beleid te verbeteren’ die het SCP, WODC en RIVM vandaag publiceren. Bij het nieuwe inburgeringsbeleid is het van belang dat de overheid en gemeenten alert zijn op hoe de uitvoering verloopt en welke bijstellingen nodig zijn.

Korte opvangperiode draagt bij aan goede start

De periode die statushouders in een opvang doorbrengen is de laatste jaren sterk toegenomen. Een korte periode in de opvang is van groot belang voor het integratieproces van statushouders: hoe korter de opvangperiode en hoe zinvoller de tijdsbesteding in de opvang, des te beter de beheersing van het Nederlands en des te gunstiger de arbeidsmarktpositie van statushouders na de opvang. De policy brief wijst daarom op het belang om opvangbeleid als eerste stap in integratiebeleid te zien. Een structureel aanbod van activiteiten als taallessen en vrijwilligerswerk zullen bijdragen aan een betere start van statushouders. Ook zouden de mogelijkheden verruimd kunnen worden om tijdens de opvangperiode betaald werk te verrichten, bijvoorbeeld in sectoren en beroepen met schaarste aan personeel.

In uitvoering aandacht nodig voor gezondheid en preventie

Hoewel de fysieke gezondheid van statushouders relatief goed is, is dit veel minder het geval met betrekking tot de psychische gezondheid. Een belangrijk aandachtspunt bij dit laatste is het tekort aan gespecialiseerd en cultuursensitief zorgaanbod, bijvoorbeeld rondom PTSS of traumaverwerking. Ook het tijdig signaleren en preventie van psychische gezondheidsproblemen krijgen weinig aandacht. Gemeenten zouden de brede intake, die zij met iedere inburgeringsplichtige nieuwkomer afnemen, kunnen benutten door hier meer op in te zetten. Ook mondzorg, overgewicht, roken en middelengebruik verdienen vanuit preventie oogpunt aandacht. Zo ontstaan voor statushouders met fysieke of psychische gezondheidsproblemen meer mogelijkheden voor leren, werken en succesvol inburgeren.

Maak onderwijs meer toegankelijk

De policy brief laat verder zien dat de toegankelijkheid van het onderwijs voor statushouders kan worden verbeterd. De onderwijsroute in het nieuwe inburgeringsbeleid is een belangrijke stap vooruit, maar de toegankelijkheid kan verder worden vergroot. Een uitbreiding van taalschakeltrajecten, waarin het volgen van een opleiding en het leren van de Nederlandse taal worden gecombineerd, kan daaraan bijdragen. Het aantal mbo-, hbo- en wo-opleidingen met taalschakeltrajecten is nog gering en bestrijkt lang niet het volledige onderwijsaanbod. Het ministerie van OCW zou een voortrekkersrol kunnen nemen bij het vergroten van het aanbod van taalschakeltrajecten.

Urgentie voor beleidsaandacht positie statushouders blijft groot: precaire arbeidsmarktpositie

Statushouders die vanaf 2014 naar Nederland zijn gekomen nemen een precaire arbeidsmarktpositie in. Van degenen die in 2014 een vergunning kregen, heeft vijf jaar later 45% betaald werk. Voor de overgrote meerderheid (tegen de 90%) is dit een tijdelijke baan. Hierdoor is voor maar een kwart van de statushouders na 5 jaar verblijf in Nederland betaald werk de belangrijkste inkomensbron. Vanwege corona is de toename in de arbeidsparticipatie van de afgelopen jaren omgebogen in een daling. Het belang van beleid blijft groot. Ook degenen die al wat langer in Nederland zijn nemen een onzekere arbeidsmarktpositie in.
De policy brief ‘In uitvoering. Een analyse van het op statushouders gerichte beleid en wat nodig is om dit beleid te verbeteren’ die het SCP, WODC en RIVM vandaag publiceren is het sluitstuk van een meerjarig onderzoeksproject over de positie en leefsituatie van statushouders die vanaf 2014 naar Nederland zijn gekomen. Deze policy brief is gericht aan gemeenten omdat zij verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze wet. Daarnaast richt de brief zich op de landelijke overheid, die verantwoordelijk is voor de vormgeving en financiële randvoorwaarden van het inburgerings- en opvangbeleid.