Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een rekenfout gemaakt in de koopkrachtcijfers voor een aantal voorbeeldhuishoudens. Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen hebben de Tweede Kamer excuses aangeboden voor de fout. Vooral de cijfers voor alleenstaanden met bijstand of met minimumloon vallen hierdoor lager uit. Het kabinet komt met een voorstel om de koopkracht voor de betreffende groepen nog dit jaar te verbeteren.

Ontstaan fout

Tijdens het opstellen van de begroting in augustus wilde het kabinet de koopkracht van mensen met een laag of een middeninkomen versterken en de armoede verminderen. Naar nu blijkt is er destijds gerekend met een te hoge huurtoeslag voor een aantal huishoudtypen als gevolg van een foute aanname in het computermodel. Dit had handmatig aangepast moeten worden in het model, maar is niet gebeurd. Hierdoor zijn de koopkrachtcijfers voor een aantal huishoudtypen te hoog ingeschat. Toen het ministerie de nieuwe CPB-cijfers van 22 februari verwerkte, kwam de fout aan het licht.

Koopkrachtmaatregelen

Als de correcte cijfers destijds op tafel hadden gelegen, had het kabinet zijn besluitvorming daarop gebaseerd en mogelijk andere keuzes gemaakt. Om die reden heeft het kabinet besloten nu alsnog maatregelen te nemen voor de groepen waarvan de koopkracht door de rekenfout te hoog was ingeschat. Het kabinet trekt € 66 miljoen uit om de huurtoeslag extra te verhogen, bovenop de verhoging die al in de Prinsjesdagplannen stond. Daarmee komt de koopkrachtontwikkeling voor deze huishoudtypen weer in lijn met de uitgangspunten zoals het kabinet die op Prinsjesdag voor ogen had. Dit vergt een wetswijziging en wordt nu verder uitgewerkt. Dekking zal in 2024 incidenteel gevonden worden op de SZW-begroting. Structurele dekking wordt gevonden via een verhoging van het tarief van de 1e schijf in de inkomstenbelasting. De vormgeving van de dekking (aan de inkomstenkant) kan tijdens de augustusbesluitvorming nog worden herbezien bij de integrale weging van het koopkrachtbeeld. Op dat moment staat het kabinet, zoals gebruikelijk, stil bij het koopkrachtbeeld van 2025.

Actuele cijfers

De actuele koopkrachtontwikkeling ziet er inmiddels – los van deze extra maatregelen – voor alle groepen beter uit, omdat in de nieuwe CPB-cijfers van 22 februari de inflatie lager en de loonontwikkeling hoger wordt ingeschat. Ook zijn de cijfers verbeterd omdat in deze recente cijfers de extra verhogingen van het minimumloon en de kinderbijslag zijn meegenomen (zie Kamerbrief).

Eigen berekeningen

De fout betreft berekeningen van voorbeeldhuishoudens die het ministerie zelf maakt, gebaseerd op de gegevens die het Centraal Plan Bureau (CPB) aanlevert. De foutieve aanname over de huurtoeslag speelde alleen een rol bij het berekenen van de koopkrachtcijfers van voorbeeldhuishoudens met huurtoeslag. Er zijn geen fouten gemaakt in de overige koopkrachtcijfers en de voorbeeldhuishoudens staan los van de koopkracht- en armoedecijfers van het CPB. Deze blijven hetzelfde. Ook blijft het algemene koopkrachtbeeld hetzelfde: in doorsnee houden de meeste huishoudens meer geld over in de portemonnee dan vorig jaar.