Tien jaar na de decentralisatie van de jeugdzorg blijkt dat de verwachtingen van meer maatwerk en betere toegankelijkheid niet volledig zijn waargemaakt; kosten en bureaucratie zijn gestegen, terwijl passende zorg vaak ontbreekt. Tegelijkertijd groeit het besef dat samenwerking en duurzame oplossingen nodig zijn om jongeren en gezinnen nu en in de toekomst beter te ondersteunen.
Niet iedere sombere jongere hoeft jeugdhulp te krijgen. Gemeenten en het Rijk moeten snel maatregelen treffen die moeten leiden tot minder jongeren in de jeugdzorg, vindt de Jeugdautoriteit. Doorgaan op de huidige weg is onhoudbaar.
‘Maak keuzes, voer het ongemakkelijke gesprek en wacht niet op elkaar’, zegt directeur-bestuurder Annemiek van der Laan van de Jeugdautoriteit tegen De Volkskrant. Deze organisatie analyseert in opdracht van de overheid de knelpunten in de jeugdzorg. In het rapport Stand van de Jeugdzorg 2025 dat ze vandaag presenteert, maakt zij de balans op van de afgelopen tien jaar.
In 2015 werden de gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Sindsdien zijn de kosten meer dan verdubbeld, tot 8,1 miljard euro vorig jaar. Bijna een op de zeven kinderen maakt gebruik van een vorm van jeugdzorg.
Dat dat percentage omlaag moet, zei toenmalig verantwoordelijk staatssecretaris Maarten van Ooijen (ChristenUnie) al in april 2023. Jongeren die zich somber, angstig of gestrest voelen, zouden in plaats van door jeugdzorg ook door bijvoorbeeld hun netwerk kunnen worden geholpen.