Het gaat niet meer lukken om de Wet woonplaatsbeginsel voor beschermd wonen (BW) per 1-1-2026 te laten ingaan. Dat concludeert de VNG op basis van een korte update van staatssecretaris Maeijer in een bestuurlijk overleg Wmo op 22 mei.

Een vervelend bericht voor gemeenten, die al lang wachten op de invoering van deze wet en het nieuwe verdeelmodel voor beschermd wonen. Dit wordt steeds uitgesteld. Gemeenten hebben vooral behoefte aan duidelijkheid.

Wetsvoorstel nog steeds niet in behandeling genomen

Het woonplaatsbeginsel regelt dat elke gemeente verantwoordelijk wordt voor BW voor haar eigen inwoners, ook wanneer die naar een andere gemeente verhuizen omdat daar de beste plek voor herstel is. Het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel ligt sinds begin 2024 bij de Tweede Kamer voor behandeling, maar is nog steeds niet in behandeling genomen.

De Kamer verwacht namelijk eerst een bericht van staatssecretaris Maeijer en minister Uitermark (BZK) over hun visie op het wetsvoorstel. Dat bericht is er nog niet. De bewindspersonen zijn nog met elkaar in gesprek.

Gemeenten wachten al jaren op wet

Daarmee is het niet meer mogelijk om het wetsvoorstel tijdig te behandelen om invoering per 2026 mogelijk te maken. Een vervelende boodschap voor gemeenten, die inmiddels al jaren wachten op deze wet. Daarmee kan nog steeds een belangrijk ‘puzzelstukje’ niet gelegd worden in de beweging van Beschermd Wonen naar Beschermd Thuis. Gemeenten hebben nu vooral behoefte aan duidelijkheid.

 Gevolgen voor invoering objectief verdeelmodel

Ook het objectieve verdeelmodel voor de middelen die gemeenten ontvangen voor BW wordt nog niet ingevoerd. Dat is immers onlosmakelijk verbonden met het woonplaatsbeginsel. De centrumgemeenten blijven het budget in 2026 dus ontvangen op basis van het huidige historische verdeelmodel.