Veel gemeenten helpen nog niet genoeg statushouders aan een woning. In de tweede helft van 2023 moesten bijna 23.000 voormalige asielzoekers een woning krijgen, maar met nog één maand te gaan hebben bijna 10.000 van deze statushouders nog geen woning toegewezen gekregen. Dat blijkt uit een analyse van het ANP van de cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Het Rijk bepaalt elk halfjaar voor hoeveel statushouders gemeenten een woonruimte moeten vinden. Bij de taakstelling voor het tweede halfjaar van 2023 is ook de achterstand die gemeenten het eerste halfjaar hebben opgelopen opgeteld.

In totaal hebben acht op de tien gemeenten hun doel voor het tweede halfjaar van 2023 nog niet behaald. Daarvan haalt een deel de doelstelling mogelijk in de laatste maand van dit jaar nog wel, omdat ze op schema liggen. Zeker vier op de tien gemeenten lopen dusdanig achter dat ze eind november nog niet eens de helft van hun doel hebben behaald.

Woudenberg en Hilvarenbeek zijn de enige gemeenten die sinds juli geen statushouders hebben gehuisvest, terwijl ze dit volgens de taakstelling wel moesten. Hierna zijn de gemeenten Eemsdelta en Oldebroek het verst verwijderd van hun taakstelling. Eemsdelta moet, inclusief eerder opgelopen achterstanden, 183 statushouders huisvesten. De Groningse gemeente vond slechts voor tien mensen passend onderdak. De Gelderse gemeente Oldebroek vond tot nu toe voor slechts 3 van de 47 te plaatsen personen een woonruimte.

Ook in de hoofdstad is de achterstand groot. Amsterdam moet de tweede helft van 2023 bijna 2100 statushouders huisvesten. Slechts 581 voormalige asielzoekers kregen hier een passende woning.

45 gemeenten lopen voor op schema en wisten de doelstelling eind november al te halen. Onder meer Zaanstad, Gouda, en Alkmaar huisvestten tientallen vergunninghouders “meer” dan nodig volgens hun taakstelling.