Een schuldregeling is een overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeisers. Het is één grote overeenkomst waaronder alle betrokken partijen hun handtekening zetten. Het zijn geen losse briefjes of individuele afspraken per schuldeiser, maar juist één uniforme totaaloplossing voor de hele schuldenlast.
Een schijnakkoord is een weigering van de totaaloplossing
Voor het sluiten van zo’n overeenkomst gelden de algemene regels uit het Burgerlijk Wetboek. Die bepalen dat een overeenkomst ontstaat door aanbod en aanvaarding.
Het aanbod wordt gedaan in de aanbodbrief. Maar als een schuldeiser aanvullende voorwaarden stelt bij zijn ‘akkoord’, is er géén sprake van aanvaarding. Bijvoorbeeld door in de mail te benoemen: “Ik ga akkoord, maar alleen als…”. Feitelijk tekent deze schuldeiser niet de overeenkomst zoals die er ligt. Deze schuldeiser wil dus een andere aangepaste overeenkomst. Zijn voorwaarde blokkeert dus de totaaloplossing, want er is nog geen schuldregeling tot stand gekomen.
Daarom is het belangrijk om zo’n schijnakkoord te herkennen. Want een schuldregeling is pas rond als alle schuldeisers akkoord zijn met hetzelfde aanbod.
Hoe om te gaan met een weigering?
Een weigering hoeft geen belemmering te zijn voor een succesvolle schuldregeling. Er zijn drie routes die na een weigering gevolgd kunnen worden:
- Een heroverwegingsprocedure gevolgd door een dwangakkoord of direct Wsnp
- Een nieuw aanbod: de extra voorwaarde geldt voor alle schuldeisers
- Een nieuw aanbod: de extra voorwaarde geldt voor 1 schuldeiser
Ik ga alleen akkoord als…’ is een weigering
Route 1: Een heroverwegingsprocedure gevolgd door een dwangakkoord of direct Wsnp
De eerste route die na een weigering gevolgd kan worden, is het standaardtraject met een heroverweging. Het originele voorstel wordt dan opnieuw voorgelegd aan de schuldeiser ter heroverweging. Gaat de schuldeiser nu wel akkoord, dan is de schuldregeling rond. Weigert hij opnieuw, dan kan een verzoek dwangakkoord of een direct Wsnp-verzoek een uitkomst bieden.
Route 2: Een nieuw aanbod: de extra voorwaarde geldt voor alle schuldeisers
Soms wordt er een voorwaarde gesteld die kan worden ingezet voor alle schuldeisers. In dat geval kan een nieuw aanbod worden gedaan waarin een extra voorwaarde of voordeel staat die ten goede komt aan alle schuldeisers. Den bijvoorbeeld aan de voorwaarde dat de schuldeisers pas na 18 maanden finale kwijting geven. Pas als iedereen instemt, is er een nieuwe schuldregeling met aangepaste voorwaarden. Stemt niet iedereen in, dan volgt alsnog route 1, de heroverweging.
Route 3: Een nieuw aanbod: de extra voorwaarde geldt voor 1 schuldeiser
Stelt één schuldeiser een voorwaarde die niet voor iedereen kan worden ingezet, bijvoorbeeld geen finale kwijting, dan zal het aanbod op een andere manier moeten worden aangepast. Dan kan een aanbod worden gedaan aan alle schuldeisers waarbij alleen deze ene schuldeiser een voordeel ontvangt. De andere schuldeisers moeten in dat geval instemmen met de bevoordeelde positie van 1 schuldeiser. Zij zullen uiteraard alleen instemmen als er gegronde redenen zijn om deze bevoordeling toe te staan. Stemmen ze niet in, dan volgt ook hier route 1, de heroverweging.
Conclusie
Een schijnakkoord waar extra voorwaarden aan vast zitten is géén akkoord, maar een weigering. Het herkennen van die weigering begint bij alertheid: lees elke reactie zorgvuldig en let op toevoegingen als “maar” of “alleen als”. Is er een voorwaarde opgenomen, ga dan doelgericht te werk. Kies samen met de cliënt de best passende route. Heroverweging of een nieuw aanbod.