Als een persoon geen gebruik kan maken van het openbaar vervoer of andere gewone vervoersmiddelen, dan kan hij vanuit de Wmo worden geholpen met een vervoersvoorziening, zoals een aangepaste fiets, een scootmobiel of de Regiotaxi. Inmiddels is het algemeen bekend dat een belanghebbende, in het kader van lokaal verplaatsen, minimaal 1500 tot 2000 kilometer per jaar moet kunnen reizen met een vervoersvoorziening. Toch is er nog veel onduidelijkheid over welke bestemmingen belanghebbende met zijn vervoersvoorziening mag bereizen.

Vragen die vanuit gemeenten vaak binnenkomen op onze juridische helpdesk zijn: mag een vervoersvoorziening voor woon-werkverkeer worden gebruikt? Mag iemand zijn vervoersvoorziening gebruiken voor het uitvoeren van een baantje ? En hoe zit dat als iemand een dienstverband  in het kader van de Wsw heeft?

Woon-werkverkeer

Uit jurisprudentie blijkt dat iemand middels een vervoersvoorziening de mogelijkheid moet hebben om in de directe woon- en leefomgeving in aanvaardbare mate sociale contacten te onderhouden en deel te nemen aan het leven van alledag.

Mijns inziens valt woon-werkverkeer, mits het gaat om lokaal verplaatsen, onder de compensatieplicht van het college. Werk is een manier om medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Bovendien zal dat vaak een behoefte van de belanghebbende zijn. Mogelijk kan belanghebbende wel aanspraak maken op een vervoersvoorziening van het UWV. Op grond van artikel 35 lid 1 WIA kan het UWV aan een persoon met een structurele functionele beperking die (onder andere) arbeid in dienstbetrekking verricht, voorzieningen toekennen die strekken tot behoud, herstel of bevordering van de mogelijkheid tot het verrichten van arbeid, het volgen van de scholing of opleiding of het verrichten van arbeid op die proefplaats. Een van die voorzieningen is een vervoersvoorziening, met als doel dat de persoon zijn werkplek of opleidingslocatie kan bereiken.

Uitvoering van werk middels een vervoersvoorziening

Omdat woon-werkverkeer onder de Wmo kan vallen, is het de vraag of de vervoersvoorziening ook gebruikt mag worden om het werk mee uit te voeren. Hierbij kan gedacht worden aan een belanghebbende die een krantenwijk heeft en daarvoor zijn scootmobiel wil gebruiken. Ook deze vorm van lokaal verplaatsen valt onder het leven van alledag. Het is naar mijn mening niet van belang of iemand de voorziening gebruikt om van en naar het werk te komen, dan wel dat er daadwerkelijk werkzaamheden mee worden uitgevoerd. Wellicht kan ook in dit geval het UWV nog uitkomst bieden. Een belanghebbende kan eventueel in aanmerking komen voor een leefvervoersvoorziening, die door het UWV wordt verstrekt. Leefvervoersvoorzieningen worden verleend indien daarmee de uit ziekte of gebrek voortvloeiende beperkingen worden opgeheven of verminderd (artikel 35 lid 3 WIA in combinatie met artikel 6 lid 1 Reïntegratiebesluit).

Wsw-dienstbetrekking

In het bijzondere geval van een Wsw-dienstbetrekking komt belanghebbende voor het woon-werkverkeer mogelijk in aanmerking voor een vergoeding op grond van de Wsw-CAO. In de Wsw is geen verplichting opgenomen voor het aanbieden van een voorziening voor het woon-werkverkeer. Wel zijn er bij het afsluiten van de Wsw-CAO afspraken gemaakt over een tegemoetkoming in het woon-werkverkeer. De werkgever dient zich daaraan te houden. Het is aan de werkgever zelf om op basis van deze CAO te beoordelen welke verplichting hij heeft in het aanbieden van een voorziening voor het woon-werkverkeer. Indien de werkgever dit niet doet, geldt de CAO niet als een voorliggende voorziening en kan het woon-werkverkeer ook in dit geval onder de Wmo vallen.