16 september 2025
Verzilting leidt tot steeds grotere uitdagingen
De uitdagingen op het gebied van verzilting worden steeds groter. Klimaatverandering leidt tot langere droge periodes, minder aanvoer van zoetwater door de grote rivieren en een stijgende zeespiegel. Hierdoor verzilten grondwater, oppervlaktewater en uiteindelijk ook de bodem, vooral in West- en Noord-Nederland.
Veel kennis nodig
Het nieuwe programma moet helpen deze uitdagingen aan te pakken. Daarvoor is veel kennis nodig. Hoeveel zoet doorspoelwater hebben we in de toekomst ter beschikking en is dat genoeg om verzilting tegen te gaan? Hoeveel zout mag beregeningswater bevatten om geen schade te veroorzaken? Welke maatregelen kunnen we nemen om de schade te beperken? En wegen deze maatregelen op tegen de kosten? Deze vragen spelen voor waterbeheerders op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Maar ook in andere sectoren zoals drinkwater, industrie, landbouw en natuur.
Programma met 4 hoofdvragen
Het meerjarig kennisprogramma richt zich op 4 hoofdvragen, die weer zijn onderverdeeld in een groot aantal deelvragen:
- Hoe zout is het bodemvocht en welke processen spelen hierbij een rol?
- Hoe goed kunnen natuur en landbouwgewassen in Nederland tegen zout en wanneer ontstaat er onherstelbare schade?
- Hoe kun je de antwoorden op de vragen hierboven praktisch toepasbaar maken, bijvoorbeeld met behulp van modellen en tools?
- Wat zijn de effecten van zout op biodiversiteit en het waterleven?
Van kennis naar handelingsperspectief
Het doel is om langdurige meetreeksen en kennis op te bouwen over zout in de bodem en de zouttolerantie van gewassen en natuur. Deze kennis kan gebruikt worden voor modellen en hulpmiddelen die handelingsperspectief bieden voor waterbeheerders en professionals in de landbouw en natuur.
De onderzoekers zullen ook bestaande hulpmiddelen uitbreiden, zoals de Waterwijzer Landbouw, Waterwijzer Natuur en de Klimaatstresstest. Deze kunnen dan verziltingsrisico’s inzichtelijk maken, ook voor toekomstige situaties, en helpen bij het afwegen van maatregelen. Zo kunnen overheden en beheerders beter besluiten waar en hoe ze het beste kunnen ingrijpen om verzilting tegen te gaan.